Warmtevisie

Introductie

Aardgas is tot nu toe veruit de meest gebruikte energiebron. Alle woningen in Veendam van het aardgas afhalen is een ingewikkelde en enorme klus. Gelukkig hoeft het niet van vandaag op morgen te gebeuren. Maar om 2050 te halen moeten we de komende jaren wel gaan starten. Wat gaan we doen en wanneer? Daarover gaat de Warmtevisie.

Wat is de Warmtevisie?

De Warmtevisie is een eerste verkennende stap op weg naar aardgasvrij wonen. In de Warmtevisie kijken we bijvoorbeeld in welke wijken welke oplossing het meest voor de hand ligt. Elke vijf jaar maken we een vernieuwde versie. En de komende jaren gaan we per buurt uitgebreid in gesprek met de bewoners. We hebben het samen over de uiteindelijk meest geschikte aardgasvrije warmte-oplossing voor die buurt.

Wijkpaspoort

Via het wijkpaspoort van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn gegevens over uw wijk te raadplegen. In dit wijkpaspoort vindt u onder andere gegevens over de woningvoorraad, het energieverbruik, energielabels en sociale kenmerken van de wijk.

Wijkpaspoort Veendam

Voor het wijkpaspoort klikt u op de website van het Wijkpaspoort op de knop 'Ga naar de Datavoorziening'.

Ga naar de Datavoorziening

Voorwoord

De geografische ligging van Nederland brengt met zich mee dat er gedurende een groot deel van het jaar externe bronnen anders dan de zon moeten worden ingezet om onze huizen en gebouwen te verwarmen. Dat is niets nieuws hoor ik u denken.

En dat is het ook niet. Evenmin als het veranderen van externe bron. In vroeger tijden had hout een belangrijke functie in de koude Hollandse winters. Met de bevolkingsgroei werd hout als verwarmingsbron schaarser. Er ontstond behoefte aan een andere brandstof. Die werd gevonden in turf. De eerste warmtetransitie was daarmee in de Middeleeuwen een feit. En het bleek de voorbode voor meerdere warmtetransities: van turf naar steenkool, van steenkool naar olie of aardgas. Nu staan we voor een volgende warmtetransitie.

In Nederland is besloten dat de verwarming van huizen en gebouwen vanaf 2050 niet meer door aardgas mag plaatsvinden. In de aanloop daarnaartoe moeten in 2030 in Nederland 1,5 miljoen woningen die in 2019 nog een gasaansluiting hadden “van het aardgas af zijn”. Of dit besluit (volledig) te realiseren is zal moeten blijken. Het ontslaat ons niet van de verplichting andere bronnen van warmte te zoeken. Die zijn in theorie overigens al aanwezig. Denkt u daarbij aan all-electric verwarming van uw woning of misschien kan verwarming met waterstof. Wellicht is een warmtenet waarin restwarmte van industriële bedrijven als verwarmingsbron dient een optie. Een belangrijke en relatief eenvoudige oplossing gaat uit van de gedachte “wat er niet uitgaat hoeft er ook niet in”: isoleren. Wij hebben in de achterliggende maanden met veel mensen gesproken en aan veel mensen gevraagd hun opvattingen over de komende warmtetransitie met ons te delen. Wij zijn deze mensen erkentelijk voor de wijze waarop ze ons hebben geholpen op onze weg naar een Warmtevisie: het document dat voor u ligt.Bert Wierenga, wethouder

Wij realiseren ons dat de opgave die wij met zijn allen hebben overweldigend is. Wij realiseren ons ook dat wij ons moeten voorbereiden op andere verwarmingsbronnen. Gelukkig zijn er verschillende opties die wij in de komende jaren kunnen uitwerken. Ter geruststelling, deze Warmtevisie is een zogenaamd levend document. Dat betekent dat wij deze visie baseren op de kennis die wij nu hebben en dat wij de ontwikkelingen die zich in de (nabije) toekomst zullen aftekenen nauwgezet zullen volgen. Wij passen de visie met een zekere regelmaat aan aan de geldende opvattingen en mogelijkheden. Daarmee blijven wij actueel, loodsen wij onze gemeente op een verantwoorde wijze door de nieuwste transitie in de warmtevoorziening en zijn wij voorbereid op de toekomst.

Infographic - Veendam stapt over

Klik op de infographic om te vergroten.

Infographic - Veendam stapt over - tekstalternatief volgt direct 

Tekstalternatief: Infographic - Veendam stapt over

We zetten stappen om woningen en gebouwen in onze gemeente aardgasvrij te maken. Dit doen we om CO2-uitstoot te verminderen.

Veendam Vooruit.

Waarom?

Er zijn drie sporen te bewandelen:

Spoor A: Gemeentebrede aanpak

We helpen inwoners om stap voor stap energie te besparen. Zo maken we de woningen geschikt voor een nieuwe manier van verwarmen. Bewoners bepalen zelf het tempo. Hoe wij ondersteunen? Bijvoorbeeld met de inzet van energiecoaches, gezamenlijke inkoopacties of informatie over financieringsmogelijkheden.

Spoor B: Grondige isolatieaanpak kansrijke buurten

We kijken eerst welke buurten kansrijk zijn om isolatiemaatregelen te stimuleren. Daarom is gekozen om te starten met Veendam-Sorghvliet en Wildervank. Als inwoners nieuwe ideeën over andere wijken willen aandragen, dan staan wij daarvoor open.

Spoor C: Onderzoek aardgasvrij

We onderzoeken en verkennen de kansen voor een warmtenet. Voor de kern van Veendam zien we de aanleg van een warmtenet als een serieuze optie. We volgen de kansen van het gebruik van restwarmte en de ontwikkelingen rondom het eventuele gebruik van waterstof. We verzamelen de ervaringen die Nederland hiermee opdoet.

Warmtebronnen

Aardgas vervangen we door andere duurzame warmtebronnen, zoals:

  • Warmtenet
  • All-Electric
  • Duurzaam gas
  • Hybride oplossing

Onze uitgangspunten

Samenwerking

We doen het samen. De inwoners, woningcorporatie Acantus, netbeheerder Enexis en het Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan.

Zorgvuldig een aandachtig

We gaan op zoek naar de beste aanpak. Overhaaste beslissingen horen daar niet bij.

Betaalbaar

Het is belangrijk dat de overgang haalbaar en betaalbaar blijft.

Inleiding

In het Klimaatverdrag van Parijs (2015) is afgesproken dat 197 landen zich inzetten om de opwarming van de aarde te beperken met 1,5 tot maximaal 2 °C. Ook Nederland moet een bijdrage leveren aan het tegengaan van deze opwarming. Opwarming van de aarde kan beperkt worden door de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2 te verminderen. Om de uitstoot van CO2 te beperken zijn nationale en internationale afspraken gemaakt. In het Klimaatakkoord heeft de Rijksoverheid met allerlei partijen afspraken gemaakt over hoe Nederland deze doelen gaat behalen. Ook het afbouwen van de gaswinning in Groningen speelt hierbij een rol. Onderdeel van het Klimaatakkoord is de afspraak om alle woningen en gebouwen uiterlijk 2050 aardgasloos te maken. Deze omschakeling noemen we de warmtetransitie. Gedurende de warmtetransitie zullen gebouwen steeds energiezuiniger worden gemaakt en steeds minder aardgas verbruiken. Duurzame technieken om gebouwen te verwarmen kunnen hierbij helpen. Denk aan elektrisch verwarmen, bijvoorbeeld met warmtepompen of infraroodpanelen. Of via een collectieve warmtevoorziening zoals warmtenetten, met aqua- of geothermie of met duurzame brandstoffen zoals groen gas en waterstofgas. Maar het blijft vooral belangrijk om ook te isoleren.

Wat is de Warmtevisie?

In de Klimaatwet van 2019 is vastgelegd hoeveel CO2 we de komende jaren minder moeten uitstoten. Om die gestelde doelen te behalen zijn in het Klimaatakkoord daarom afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn gemaakt aan zogenaamde ‘Klimaattafels’. Aan de Klimaattafel Gebouwde omgeving is bijvoorbeeld afgesproken dat alle Nederlandse gemeenten in 2021 een Warmtevisie open vaststellen. In de onderliggende Warmtevisie van de gemeente Veendam wordt de mogelijke warmtetransitie van de gebouwde omgeving beschreven. Beschreven wordt welke warmtebronnen ingezet kunnen worden en welke warmte-infrastructuur nodig is om in 2050 aardgasvrij te zijn. Het tussendoel is om in 2030 twintig procent van de woningvoorraad, dus één op de vijf woningen, aardgasvrij of aardgasvrij gereed te hebben. Aardgasvrij gereed betekent dat de woningen qua bouwkundige en installatietechnische voorzieningen voor verwarming en warm tapwater gereed zijn voor afkoppeling van het aardgasnet en aansluiting op een alternatieve energie-infrastructuur. Zodra een woning aardgasvrij gereed is, kan later zonder grote inspanning en overlast voor bewoners de afkoppeling van het aardgasnet en koppeling aan de nieuwe energie-infrastructuur plaatsvinden. Dit alles binnen de kaders van haalbaar en betaalbaar voor de bewoners. 

Geldigheidsduur Warmtevisie en vervolg Inzichten rondom onder andere technieken, wet- en regelgeving en financieringsmogelijkheden veranderen snel. Het is daarom niet verstandig om in één keer de route tot 2050 uit te stippelen. De Warmtevisie wordt minimaal iedere vijf jaar herzien zodat nieuwe inzichten in de aanpak kunnen worden verwerkt. Na het vaststellen van de eerste Warmtevisie in 2022 gaat de gemeente Veendam zich in de periode tot 2050 richten op het opstellen van Wijk- of Buurtuitvoeringsplannen. Hierbij betrekken we de inwoners, de woningcorporatie, overige gebouweigenaren en andere belanghebbenden. Pas dan worden de keuzes over de manier waarop de wijk of buurt aardgasvrij wordt gemaakt definitief.

Wat valt niet onder de Warmtevisie?

De Warmtevisie richt zich op woningen en gebouwen. Het aardgasloos maken van industriële processen is geen onderdeel van de Warmtevisie. In het Klimaatakkoord valt dit onder de Klimaattafel Industrie. Ook gaat de Warmtevisie niet over de opwekking van duurzame elektriciteit. In het Klimaatakkoord valt dit onder de Klimaattafel Duurzame Energie.

Wie zijn betrokken bij het opstellen van deze visie?

De gemeente is in het Klimaatakkoord aangewezen als regisseur van de warmtetransitie. Regie vraagt om stevig partnerschap. We zijn voor het succes van de warmtetransitie afhankelijk van de inwoners, de woningcorporatie(s), de bedrijven, nutsbedrijven en maatschappelijke organisaties in de gemeente Veendam. We willen dus intensief met alle betrokkenen samenwerken. We zoeken in de samenwerking de verbinding met wat inwoners en bedrijven belangrijk vinden, bijvoorbeeld gezondheid, comfort in de woning, werkgelegenheid, woonlasten, betrokkenheid en eigenaarschap. Alle betrokkenen hebben een verantwoordelijkheid om stappen te zetten, waarbij de gemeente kan faciliteren en coördineren.

Bij het opstellen van deze Warmtevisie hebben we de volgende partijen actief betrokken:

  • Inwoners gemeente Veendam
  • Woningcorporatie Acantus
  • Netbeheerder Enexis
  • Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan
  • Warmte Transitiecentrum Groningen (WTCG)
  • Diverse teams van de gemeentelijke organisatie 

2. Wat is de opgave voor gemeente Veendam?

2.1 Karakteristieken van de woningen

Begin 2020 stonden er in de gemeente Veendam 12.894. De verdeling over de bouwperiodes en de woningtypes zijn in de onderstaande figuur en kaart weergegeven.

Figuur 2-1: Ouderdom en typologie woningen (bron: Wijkpaspoort VNG, peildatum 2020

Figuur 2-1: Ouderdom en typologie woningen (bron: Wijkpaspoort VNG, peildatum 2020

Figuur 2-1: Ouderdom en typologie woningen (bron: Wijkpaspoort VNG, peildatum 2020)

Tekstalternatief: Figuur 2-1: Ouderdom en typologie woningen

Verdeling bouwperiode

  corporatiebezit particulier bezit
1945 74 2700
1946 t/m 1964 710 1000
1965 t/m 1974 750 2200
1975 t/m 1991 1000 1900
1992 t/m 2005 400 1400
2006 en later 82 540

Verdeling woningtype

  corporatiebezit particulier bezit
Appartement 1500 1200
Tussenwoning 860 2100
Hoekwoning 490 1200
Twee-onder-één-kap 120 1800
Vrijstaande woning 14 3500
Overig 0 0

 

Bijna driekwart van de woningen in de gemeente staat in Veendam. Het overige kwart staat in Wildervank en het buitengebied rondom Veendam. De meest voorkomende woningtypen in de gemeente zijn vrijstaande woningen, tussenwoningen en appartementen. Met name in Veendam-Zuid, -Sorghvliet en -Oude Ae zijn veel rijtjeshuizen gebouwd. Vrijstaande huizen zien we met name in het buitengebied, appartementen in het centrum van Veendam en tussenwoningen in de wijk. Ca. 80 procent van de woningen dateert van voor 1992, ca. 60 procent van voor 1974 en ca. 20 procent van voor 1945. 

Figuur 2-2: Pandenkaart met woningtypering (zie bijlage 1 voor meer detail)

Figuur 2-2: Pandenkaart met woningtypering (zie bijlage 1 voor meer detail)

Energielabels

De rijksoverheid heeft aan alle woningen op basis van een beperkte dataset een voorlopig energielabel toegekend. Dit geeft een indicatie van hoe energiezuinig een woning is. Hierbij is geen rekening gehouden met eventuele maatregelen die de woningeigenaar zelf getroffen heeft om het energieverbruik te verkleinen, zoals extra isolatie.Woningeigenaren kunnen zelf een definitief energielabel aanvragen en daarin wordt de werkelijke toestand van de woning wel meegenomen. Vanaf 1 januari 2021 is het stelsel van energielabels uitgebreid met een verdere onderverdeling van energielabel A in A+ en A++ en is de wijze van beoordelen aangepast. Woningen met een definitief energielabel van voor 2021 kunnen in sommige gevallen na een herbeoordeling volgens de nieuwe regels in een andere klasse terechtkomen. De verdeling van de energielabels in de woningvoorraad in de gemeente Veendam is weergegeven in onderstaande figuur.

FIguur 2-3: Aandeel energielabels in de woningvoorraad (2019)

Figuur 2-3: Aandeel energielabels in de woningvoorraad (2019)

Tekstalternatief: Figuur 2-3: Aandeel energielabels in de woningvoorraad (2019)
  Labels A-B Labels C-D Labels E-G
Veendam 33% 48% 19%
Provincie Groningen 37% 44% 19%
Nederland 39% 43% 18%

In de gemeente Veendam is de warmtevraag van woningen gemiddeld hoger dan in de provincie Groningen en landelijk: het aandeel hoge energielabels (B en hoger) ligt lager in de gemeente Veendam. Het aandeel lage energielabels (E en lager) is wel vergelijkbaar met het landelijke en provinciale beeld.

De onderstaande kaart toont de energielabels van woningen in de gemeente Veendam. Hiervoor zijn als basis vastgestelde energielabels gebruikt. Daarnaast zijn voorlopige energielabels gebruikt, die geschat zijn op basis van bouwjaar en woningtype. Van veel woningen is het energielabel nog niet vastgesteld, maar het aantal geregistreerde energielabels stijgt snel. In de gemeente Veendam hadden in 2020 6.865 woningen (53%) een geldig energielabel.2

Figuur 2-4: Energielabels woningen gemeente Veendam (bron: BAG, VESTA-MAIS)

Figuur 2-4: Energielabels woningen gemeente Veendam (bron: BAG, VESTA-MAIS).

  • Op de kaart wordt duidelijk dat met name in de lintbebouwing buiten het centrum van Veendam energielabels E t/m G geconcentreerd zijn, bijvoorbeeld in Wildervank en Borgercompagnie. Veendam-Sorghvliet, Buitenwoel en een deel van het buitengebied van Wildervank vallen op door hun relatief goede energielabels.
  • Buurten als Veendam-Centrum, -Zuid en -Oude Ae hebben weer slechtere energielabels. Oude woningen hebben veelal een lagere isolatiegraad en dus een hogere warmtevraag. Dat betekent ook dat de geleverde warmte door een alternatief voor aardgas ook van een hogere temperatuur zal moeten zijn om de woning comfortabel te verwarmen. 

Woningcorporatie Acantus

In totaal zijn er in de gemeente Veendam 2.843 sociale huurwoningen (bron: Acantus). Circa 32 procent van deze panden beschikt over een energielabel A++, A+, A of B (uitgaande van de voorlopige energielabels). De overige panden hebben een label C, D, E, F of G. In de landelijke prestatieafspraken met de woningcorporaties is de wens uitgesproken dat alle corporatiewoningen in 2030 gemiddeld aan de eisen voor energielabel A voldoen. 

2.2 Karakteristieken van de gebouwen

Naast de woningen zijn er 1.389 gebouwen in de gemeente Veendam (peiljaar 2020). Het gebruik van deze gebouwen is weergegeven in onderstaande figuur.

Aanwezige Utiliteitsbouw

Tekstalternatief: Aanwezige Utiliteitsbouw
School 36
Zorg 162
Bijeenkomst 140
Logies 10
Winkels 399
Kantoren 187
Sport 23
Industrie 432

 

Onder Industrie vallen onder meer bedrijfsgebouwen en agrarische gebouwen. Deze Warmtevisie richt zich op het verduurzamen van de verwarming van deze gebouwen, niet op het verduurzamen van de industriële processen. In buurten waar utiliteit een relatief groot aandeel uitmaakt van de totale gebouwvoorraad kunnen modeluitkomsten vertekenen als de kosten voor woningen en utiliteit sterk uiteenlopen. Hiermee wordt rekening gehouden in de duiding van de resultaten. 

De onderstaande figuur toont de gebruiksfuncties van utiliteit in de gemeente Veendam en de ligging van enkele bedrijventerreinen in het zuiden en oosten van de gemeente. Industriegebouwen die ook een andere functie hebben (zoals kantoorpand) zijn onderdeel van de Warmtevisie en zijn met geel aangeduid. Industriële panden die geen andere functie ernaast hebben, vormen geen onderdeel van de Warmtevisie en zijn met lichtgrijs aangegeven.

Figuur 2-5: Gebruiksdoel utiliteiten, IBIS-bedrijventerreinen in de gemeente Veendam (bron: BAG, VESTA-MAIS)

Figuur 2-5: Gebruiksdoel utiliteiten, IBIS-bedrijventerreinen in de gemeente Veendam (bron: BAG, VESTA-MAIS)

In bijlage 1 zijn de bouwjaren van de panden op kaart weergegeven. De periode tussen 1992 en 2004 is veelvoorkomend in de kern van Veendam. Buiten Veendam zijn de ligging en bouwjaren van utiliteitsbouw meer versnipperd.

Energielabels

In de utiliteitsbouw zijn de labels in de gemeente Veendam iets zuiniger dan landelijk. Een groter aandeel van de panden heeft een hoog energielabel (label A-B) en een lager aandeel heeft een gemiddeld energielabel (label C-D). De relatief veelvoorkomende bouwjaarcategorie 1992-2004 kan hier een verklaring voor zijn.

Figuur 2-6: Aandeel energielabels in de gebouwenvoorraad (2019)

Figuur 2-6: Aandeel energielabels in de gebouwenvoorraad (2019)

Tekstalternatief: Aandeel energielabels in de gebouwenvoorraad (2019)
  Labels A-B Labels C-D Labels E-G
Veendam 62% 18% 20%
Provincie Groningen 55% 23% 22%
Nederland 59% 22% 19%

 

Onderstaande kaart toont de energielabels van utiliteitsbouw in de gemeente Veendam. De kaart is opgemaakt op basis de vastgestelde energielabels aangevuld met voorlopige energielabels die geschat zijn op basis van bouwjaar en gebouwtype voor gebouwen waarvoor nog geen label bekend is.

Figuur 2-7: Energielabels utiliteit gemeente Veendam (bron: RVO, VESTA-MAIS

Figuur 2-7: Energielabels utiliteit gemeente Veendam (bron: RVO, VESTA-MAIS

De energielabels van utiliteiten verschillen met de woningen. Waar woningen nog relatief vaak een (geschat) label F of G hebben, wordt de meeste utiliteit energiezuiniger ingeschat. Dit hangt waarschijnlijk samen met de recentere bouwjaren van de utiliteit.

2.3 Huidig gasverbruik en huidige warmtevraag

Het totale energieverbruik in de gebouwde omgeving in de gemeente Veendam bedroeg in 2019 1.098 terajoule (TJ), waarvan 71,3% aan woningen is toe te rekenen. Binnen het energieverbruik van woningen is 661 TJ het verbruik van aardgas (20,9 miljoen m3/jaar) en 121 TJ het verbruik van elektriciteit. Het gemiddelde aardgasverbruik per woning in de gemeente Veendam is 1.560 m3/jaar. Dat is fors hoger dan het landelijk gemiddelde (1.180 m3) en het provinciale gemiddelde (1.390 m3).

In de utiliteitsbouw wordt 316 TJ, ofwel 28,7% van het totaal verbruikt. Daarvan is het grootste deel voor de commerciële dienstverlening (187 TJ, 17,0%), de rest (129 TJ, 11,7%) is voor publieke dienstverlening. 61% van het totale verbruik in de utiliteit is warmtevraag die ingevuld wordt met aardgas, 39% is elektriciteitsverbruik. De warmtevraag van de commerciële en publieke dienstverlening komt bij elkaar overeen met ruim 4,3 miljoen m3 aardgasverbruik per jaar, of 137 TJ.

De gebouwvoorraad in de gemeente Veendam verbruikt gemiddeld per woning meer aardgas dan landelijk en provinciaal het geval is. Dat heeft meerdere oorzaken, waaronder een relatief hoger aandeel oudere woningen in de gemeente en veel vrijstaande woningen. Er zijn belangrijke verschillen in bebouwingstype, corporatiebezit en energieverbruik tussen Veendam-kern en de buitengebieden. In Veendam wisselen nieuwere en oudere woningen elkaar af en zijn er verschillen in bouwjaren per buurt. Buiten Veendam staan met name vrijstaande woningen die relatief oud zijn en een hoge warmtevraag hebben.

2.4 De opgave

Landelijke doelstellingen Klimaatakkoord

In 2050 moeten alle woningen en gebouwen in de gemeente Veendam en alle andere gemeenten in Nederland van het aardgas af zijn. Dat is de afspraak die de VNG namens alle gemeenten in het Klimaatakkoord heeft gemaakt. De periode tot 2030 geldt als een aanloopperiode waarin voor de woningen circa 20 procent van de totale opgave wordt aangepakt. Dat betekent dat er in de daaropvolgende twintig jaar nog een opgave van 80 procent ligt. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de aanpak zich in de periode tot en met 2030 in ieder geval richt op het aardgasvrij gereed maken van de woningen. Concreet betekent dit isoleren. Het daadwerkelijk aardgasvrij maken mag eventueel naar de daaropvolgende jaren worden geschoven.

Ook de grootschalige verduurzaming van de gebouwen mag naar de periode na 2030 worden geschoven. Dat wil niet zeggen dat er niets gebeurt. Voor verschillende gebouwtypes zijn sectorale milieuvoorschriften van toepassing. Kantoorgebouwen moeten bijvoorbeeld in 2023 aan energielabel C voldoen. 

De opgave voor de gemeente Veendam in de periode tot 2030

In de periode tot 2030 richt de aanpak zich met name op het aardgasvrij-gereed maken van de woningen. Dit betekent dat inwoners gestimuleerd worden om hun woningen te isoleren. Het isoleren tot energielabel B (energie-index 1,40) wordt landelijk als een haalbare en betaalbare ondergrens gezien voor de meeste bestaande woningen en gebouwen. In de praktijk zullen er soms factoren zijn die dat onmogelijk maken, zoals een monumentenstatus, beschermd stadsgezicht of simpelweg de ouderdom van de woning. In die gevallen wordt energielabel D (energie-index 2,10) als ondergrens gehanteerd. Voor woningen waar zelfs niveau D moeilijk haalbaar is, moet in de uitvoeringsplannen extra aandacht zijn.

In de gemeente Veendam heeft circa 33 procent van alle woningen (4.300 woningen) al energielabel B of hoger. Dat betekent dat deze woningen qua isolatie al geschikt zijn om van het aardgas af te gaan. In nog ongeveer 8.700 woningen zijn extra isolerende maatregelen nodig zijn. In de periode tot 2050 moeten de woningen in de gemeente Veendam, volgens de afspraken uit het Klimaatakkoord, geïsoleerd zijn en verder aardgasvrij gereed gemaakt zijn.

De opgave aardgasvrij maken voor de gemeente Veendam Sinds 1 juli 2018 mogen nieuwbouwwoningen niet meer aangesloten worden op het aardgasnet. Vrijwel alle woningen en gebouwen in de gemeente Veendam van voor die datum hebben een gasaansluiting. Een zeer klein deel is reeds van het aardgas af. Het streven vanuit het Klimaatakkoord is om in de periode tot 2030 ten minste 2.600 woningen in de gemeente Veendam aardgasvrij te hebben. Dit mag echter naar de daaropvolgende jaren worden geschoven. In de gemeente Veendam zijn ca 4300 woningen met energielabel B (of hoger) zo goed als aardgasvrij-gereed. De rest moet nog aangepakt worden.

Bijlagen warmtevisie

Volg de onderstaande link om het PDF document te downloaden.

Download ‘Bijlagen warmtevisie’, pdf, 6MB

Warmtevisie 2022 gemeente Veendam

Volg de onderstaande link om het PDF document te downloaden.

Download ‘Warmtevisie 2022 gemeente Veendam’, pdf, 14MB