Let op: 25, 26 en 27 december is het gemeentehuis gesloten. Voor de openingstijden van de overige dagen, zie ons nieuwsbericht: Aangepaste openingstijden feestdagen.
Let op: 25, 26 en 27 december is het gemeentehuis gesloten. Voor de openingstijden van de overige dagen, zie ons nieuwsbericht: Aangepaste openingstijden feestdagen.
'Het beste moment om een boom te planten is 10 jaar geleden, het op één na beste moment is nu'
13 september 2021
Opdrachtgever: Gemeente Veendam, Team Realisatie en Beheer, Raadhuisplein 5, 9641 AW Veendam, Dhr. H. Weidgraaf.
Opgesteld door:
Veendam staat bekend als ‘Parkstad’ door de combinatie groen en water in de kern Veendam. De omliggende kernen hebben de kenmerkende veenkoloniale structuur met de daarbij behorende groene aankleding langs de diverse kanalen en wijken.
Het ontbreken van een bomenbeleidsplan zorgt ervoor dat het lastig kan zijn om gefundeerde keuzes te maken bij ontwikkeling en/of herinrichting van leefgebieden en de uitvoering van de bomenverordening met de bijbehorende kapvergunning. Ook spelen bomen een belangrijke rol in klimaatadaptatie. Om ‘Parkstad’ te blijven is het dus belangrijk om een bomenbeleid vast te stellen.
Voor dit Bomenbeleidsplan zijn de uitgangspunten van het nog vast te stellen Groen- en waterbeleidsplan als basis genomen. Mede vooruitlopend op de Omgevingswet zijn er ook verbindingen gelegd naar andere beleidsterreinen als infrastructuur. Bomen in de openbare ruimte zorgen immers voor een aantrekkelijke leefomgeving.
De gemeente heeft de zorgplicht voor veel bomen. Hiervan staan er ongeveer 20.000 bomen in het beheersysteem. Deze bomen zijn in eigendom van de gemeente en staan voornamelijk langs wegen, paden en in diverse openbare ruimten. Daarom is het voor de gemeente van belang om een degelijk beleid te voeren om bomen op een goede manier duurzaam te kunnen behouden en aan de zorgplicht te kunnen voldoen.
De doelstellingen voor het bomenbeleidsplan van Veendam zijn:
Om het bomenbeleidsplan op te stellen zijn allereerst in paragraaf 1.4 de relevante wet- en regelgeving beschreven. Deze vormen de kaders van het bomenbeleidsplan. Daarna worden in hoofdstuk 2 de belangrijkste waarden en functies van bomen beschreven.
In hoofdstuk 3 staan de beleidsmatige en beheermatige uitgangspunten omschreven die nodig zijn om het bomenbestand van de gemeente te behouden en verder te ontwikkelen. De beleidsthema’s die daarbij aan bod komen zijn: waardevolle bomen, boombeheer, boomveiligheidscontroles, huidig kapbeleid, schade aan bomen door derden, bescherming van bomen en een uitgebreide beschrijving van bomen effect analyses.
Hoofdstuk 4 gaat in op de bomen in Veendam. Hierin wordt de bomenvisie beschreven aan de hand van de boomstructuren in de gemeente. Voor deze structuren wordt aangegeven waar deze aangepast en versterkt dienen te worden.
In hoofdstuk 5 wordt de invloed van ruimtelijke plannen in relatie tot bomen beschreven. Hoofdstuk 6 gaat in op overlast door bomen; welke ziekten en aantastingen spelen een rol.
In hoofdstuk 7 komt de communicatie en de participatie met bewoners rondom bomen aan bod. Aanvullend wordt in hoofdstuk 8 een beschrijving gegeven over bomen en bijbehorende kosten.
Wetgeving op rijks- en gemeentelijk niveau bepalen mede de kaders voor het bomenbeleid. Daarom volgt hier een overzicht van regels die hierop van invloed zijn. Qua wet- en regelgeving heeft de gemeente op rijksniveau te maken met de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) en de Wet Natuurbescherming. Op gemeentelijk niveau geldt de
bomenverordening en eventueel bestemmingsplannen en beleidsrapportages zoals het groen- en waterbeleidsplan. Op zowel gemeentelijk als rijksniveau zal per januari 2022 de Omgevingswet gaan gelden waar de bomenverordening en bestemmingsplannen in opgaan.
Sinds 1 oktober 2010 is het vergunningsstelsel gewijzigd. Een groot aantal vergunningen op het gebied van bouwen, wonen, ruimte, monumenten, natuur en milieu is samengevoegd tot één vergunning: de omgevingsvergunning. Voor het kappen van bomen is een omgevingsvergunning nodig. In de gemeente Veendam wordt het kappen van een boom in de omgevingsvergunning getoetst aan de huidige bomenverordening.
Sinds enkele jaren (per 1 januari 2017) vervangt de nieuwe Wet Natuurbescherming drie wetten: namelijk de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en faunawet. De wet stelt dat het voor de natuur belangrijk is dat er veel verschillende planten- en diersoorten zijn. Sommige diersoorten zijn kwetsbaar, zoals vleermuizen en mussen. Een goede natuurbescherming is daarom belangrijk. Wanneer het goed gaat met de natuur, is er ook meer ruimte voor economische en andere maatschappelijke activiteiten. In deze nieuwe wet bepalen de provincies wat wel en niet mag in de natuur in hun gebied. Ook zorgen de provincies vanaf deze datum voor vergunningen en ontheffingen. Voor burgers en bedrijven is het belangrijk dat zij makkelijk en snel weten of een activiteit met mogelijke schade voor de natuur is toegestaan. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning bij de gemeente wordt getoetst aan de Wet Natuurbescherming.
Onder de Wet Natuurbescherming valt dus ook de voormalige Boswet (waar in het vervolg over de Boswet wordt gesproken wordt feitelijk steeds bedoeld de voormalige Boswet, maar omdat deze zo ingeburgerd en herkenbaar is, wordt deze in dit rapport nog wel als zodanig gebruikt). De Boswet is van toepassing op alle bossen en houtopstanden buiten de begrenzing ‘bebouwde komgrens
Boswet’, groter dan 1000 m2 en rijbeplantingen van meer dan 20 bomen.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
De begrenzing ‘bebouwde komgrens Boswet’ is door de gemeente vastgesteld en hoeft niet samen te vallen met de bebouwde kom in het kader van de wegenverkeerswet. Struikbeplanting groter dan 1000 m2 en bomen in een rijbeplanting van meer dan 20 bomen vallen onder de Boswet. Spontane bosopslag langs sloten, op natuurterreinen en op braakliggende terreinen vallen onder de Boswet zodra er sprake is van een bedekkingspercentage van 60% en de opslag vijf jaar of ouder is.
De Boswet is niet van toepassing op:
Voor het kappen van bos of bomen die onder de Boswet vallen, geldt een meldingsplicht. Binnen een jaar na de kap melding moet de kap worden uitgevoerd. Bij het kappen van bomen, is het verplicht om op dezelfde grond te herbeplanten, op een bosbouwkundig verantwoorde manier, zoals omschreven in de Verordening natuurbescherming. Herbeplanting moet binnen 3 jaar na het kappen van de houtopstand en volgens de onderstaande wet- en regelgeving worden uitgevoerd. Tot slot bestaat de mogelijkheid om een ontheffing voor herbeplanting op andere grond aan te vragen.
Hierbij vindt een landschappelijke toets en een toets aan de Verordening natuurbescherming plaats.
In de Wet Natuurbescherming worden specifiekere grenzen gesteld aan de bevoegdheden van zowel provincies als gemeenten voor het opstellen van beschermende regels buiten de vastgestelde bebouwde kom. Daarmee wordt het van groot belang dat de gemeente de begrenzing ‘bebouwde kom Boswet’ exact vastlegt via de gemeenteraad, zodat gemeentelijke bomen ook daadwerkelijk via gemeentelijk beleid en regelgeving doormiddel van de Bomenverordening beschermd kunnen worden, in plaats van te vallen onder provinciale of landelijke besluitvorming.
Op 1 januari 2022 gaat de Omgevingswet in. De Omgevingswet vervangt alle wetten en regels voor wonen, ruimte, infrastructuur, milieu, natuur en water. Iedere gemeente in Nederland stelt hierbij een omgevingsvisie op, die de huidige structuurvisie vervangt. Participatie is hierbij een verplicht onderdeel. In de omgevingsvisie legt de gemeente haar ambities en beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving voor de lange termijn vast. De omgevingsvisie heeft betrekking op alle terreinen van de leefomgeving. Een omgevingsvisie gaat in op de samenhang tussen ruimte, water, milieu, natuur, landschap, verkeer en vervoer, infrastructuur en cultureel erfgoed. Ook bomen zijn hier onderdeel van.
De gemeente Veendam heeft het traject voor het opstellen voor hun omgevingsvisie in februari 2021 opgestart, met de bedoeling deze in december 2021 vast te stellen. Het traject bevat de onderdelen: inventarisatie, verbinden & verdiepen (zowel binnen de gemeente als extern met stakeholders en burgers), vertalen/werken opbrengst, afwegen keuzes, vastleggen en vaststellen keuzes.
Kaders uit bestaande beleidsplannen als het Groen- en waterbeleidsplan en dit Bomenbeleidsplan, dienen als kader voor de omgevingsvisie. Ze worden aangevuld door de verkregen input binnen bovengenoemd onderdeel ‘verbinden & verdiepen’.
Vanuit de omgevingsvisie wordt er vervolgens één omgevingsplan opgesteld, waarin alle gemeentelijke regels voor de leefomgeving worden opgenomen. Het omgevingsplan vervangt de bestaande bestemmingsplannen en gemeentelijke verordeningen, en vormt straks op gemeentelijk niveau het belangrijkste toetsingskader voor activiteiten die gevolgen (kunnen) hebben voor de fysieke leefomgeving. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet ontstaat van rechtswege een tijdelijk omgevingsplan. In tijdelijke omgevingsplan worden alle ruimtelijke regels uit bestaande instrumenten, zoals de bomenverordening, samengevoegd. Naast het tijdelijk deel van het omgevingsplan blijven gemeentelijke verordeningen bestaan.
Tijdens de overgangsfase tot eind 2029 krijgen gemeenten de tijd om het tijdelijk deel van het omgevingsplan in te richten volgens de eisen van de Omgevingswet. Dit doen ze door het tijdelijk deel om te vormen tot één omgevingsplan voor de hele gemeente. Hierin verwerkt de gemeente ook de regels in gemeentelijke verordeningen die over de fysieke leefomgeving gaan.
Er is zorgplicht van de eigenaar van een of meer bomen. Deze zorgplicht dient ter bescherming van medeburgers en hun eigendommen. De oorsprong van deze zorgplicht is te vinden de voorschriften over ‘onrechtmatige daad’ in Boek 6 van het Burgerlijk wetboek (BW), te weten artikel 6.162. De zorgplicht voor bomen betekent dat de boomeigenaar zijn boom moet onderhouden en regelmatig inspecteren ten behoeve van de veiligheid. De eigenaar van een boom of bomen is bij gebrekkig onderhoud aansprakelijk als een ander door zijn boom persoonlijke of materiële schade oploopt. Het is wel aan de eisende partij om aan te tonen dat de boom een gebrek had. De boomeigenaar daarentegen, moet bewijzen dat hij de zorgplicht is nagekomen. Op grond van de zorgplicht worden in de praktijk juridisch gezien drie soorten zorgplicht onderscheiden, namelijk:
Klimaatadaptie geeft aan op welke wijze wordt omgegaan met de gevolgen van klimaatverandering.
Door klimaatverandering warmt het binnenstedenlijkgebied zomers sterk op. ’s Nachts kan het op versteende plekken 7 graden warmer zijn dan het buitengebied. Dit wordt hittestress genoemd. Bomen zorgen voor schaduw en door verdamping werken ze verkoelend. Hiermee leveren ze een bijdrage in het verkoelen van het stedelijk gebied. Ondanks de beperkte verstedelijking is dit ook voor de gemeente Veendam een belangrijke thema en is uitbreiding van het bomenbestand waar deze situaties zich voordoen wenselijk.
We krijgen door klimaatverandering steeds vaker te maken met extreme weersomstandigheden zoals storm, wateroverlast en droogte. Bomen vertragen de snelheid waarmee neerslag de bodem bereikt, waardoor wateroverlast beperkt wordt.
Er ligt op dit moment binnen de gemeente Veendam nog geen specifieke opgave, echter het klimaatadaptief inrichten van de buitenruimte maakt het mogelijk om de natuurlijke kwaliteiten van groen en dan vooral de bomen optimaal te benutten. Hierover staat in het nog vast te stellen Groen en waterbeleidsplan:
‘Werken aan een klimaatadaptief Veendam betekent het maken van slimme keuzes in bestaande en nog te ontwikkelen boomelementen en –structuren. De keuze van de inrichting wordt daarbij aangepast aan de groeiplaats (bodem, waterhuishouding) en de verwachte natte en droge periodes als gevolg van klimaatverandering.
Bomen leveren een belangrijke bijdrage aan een duurzaam groenbestand. Een volwassen boom levert verhoudingsgewijs veel meer voordelen op dan meerdere jonge bomen. Door te variëren in sortiment en plantafstand leveren bomen een duurzame bijdrage aan de leefbaarheid en uitstraling van de gemeente Veendam. Variatie in sortiment betekent niet per definitie een sterke verandering in de beeldbeleving. Voor die gebieden waar een uniform beeld gewenst is, kan dit worden bereikt door het toepassen van een subtiele variatie, zoals het gebruik van verschillende cultuurvariëteiten binnen dezelfde soort.’
Ook in het beheerprogramma 2016-2021 en ontwerp-waterbeheerprogramma 2022-2027 van Waterschap Hunze en Aa’s wordt het belang van klimaatadaptatie onderschreven en opgenomen in hun beheerplannen. Het waterschap geeft ook aan dat voldoende ruimte voor bomen, begroeiing en oppervlaktewater helpt om hitte-eilanden tegen te gaan.
De aanwezigheid van bomen draagt bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. Zij zijn van belang voor inwoners en bezoekers van de gemeente:
De bovenstaande waarden van bomen kunnen door middel van ITree berekend worden en als baten geformuleerd. Deze baten kunnen een graadmeter zijn om de financiële waarden van de bomen weer te geven.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Totaal jaarlijkse baten in de gemeente veendam 1.870.000 euro.
wijken met hoogste jaarlijkse baten in gemeent Veendam: de gemiddelde jaarlijkse baten per wijk zijn 623.000 euro.
De legenda bij de kaart: binnen de gemeente wonen 4142 kinderen. Boomkroon vierkante meter per kind op wijkniveau (van boven naar beneden):
Onderlegger: BomenMonitor
Vier bomen in beheer van de gemeente en vier bomen in particulier eigendom hebben een monumentale status en staan vermeld in het Landelijk Register van Monumentale Bomen. Er zijn drie voorwaarden waaraan bomen moeten voldoen om hierin te worden opgenomen:
Het beleid hiervan is gericht op de volledige bescherming en instandhouding van de boom in zijn bestaande vorm. Dit betekent dat ze altijd beschermwaardig zijn en er in beginsel geen vergunning wordt verleend voor kap of drastische snoei, ongeacht het boomstructuurniveau waarvan de boom deel uitmaakt. Monumentale bomen worden niet verwijderd naar aanleiding van reguliere klachten over bijvoorbeeld bladval of schaduw. Drastische snoei of kap wordt alleen toegepast bij zeer zwaarwegende argumenten, bijvoorbeeld bij een aantoonbaar veiligheidsrisico. Deze bomen worden in het vervolg benoemd als monumentale bomen.
Bomen buiten het landelijk register van monumentale bomen, maar wel beschermwaardig voor de omgeving worden in het gemeentelijk beleid als waardevol bestempeld. Hierbij gaat het om zowel gemeentelijke als particuliere bomen. Alle bomen (onafhankelijk van leeftijd en toekomstverwachting) die onderdeel zijn van de hoofd- en nevenstructuur worden gezien als gemeentelijk waardevolle bomen.
Er zijn aan de waardevolle solitaire bomen eveneens voorwaarden gesteld:
Het onderhoud van de bomen wordt deels uitgevoerd door de eigen dienst van de gemeente en deels door aannemers. De gemeente Veendam zoekt naar mogelijkheden om het beheer van de bomen meer gestructureerd aan te pakken.
In 2020 is inzichtelijk gemaakt wat de huidige onderhoudstoestand van de bomen is en welke budgetten en middelen de gemeente nodig heeft voor het gestructureerd beheren van alle individueel beheerde bomen (zie ook Rapport Structureel Boombeheer gemeente Veendam, Heldergroen advies van 2 december 2020) en welke achterstanden er zijn. Na de uitvoering van de uitgevoerde steekproef en bestudering van de verkregen gegevens werden de volgende conclusies getrokken:
Achterstanden zorgen voor verhoogde gevaarzetting en het ‘achter de feiten aanlopen’ bij de snoeimaatregelen. Snoeiachterstanden geven onveilige situaties waarbij de gemeente altijd aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schades. Ook zorgt een achterstand in het snoeibeheer van bomen voor (over)last en klachten. Met een versnipperde wijze van snoeibeheer ontbreekt structuur. Dit leidt tot ’ad hoc’ beheer en betekent volgens de normen vaak minimaal een
verviervoudiging van de snoeikosten. Enerzijds vanwege het ‘heen en weer’ rijden en anderzijds
vanwege een lage productiviteit.
Door de omvang van het snoeibudget komen grote aantallen bomen niet toe aan de noodzakelijke snoeibeurt. De snoeikosten per boom stijgen in dit geval mee, het aantal klachten eveneens. Het verkrijgen van een veilig bomenbestand tegen acceptabele kosten is hierdoor onhaalbaar.
Als eigenaar van boombeplantingen bestaat altijd een risico op schadeclaims door gebruikers van de ruimte rondom de bomen. Het voorkomen van schade en schadeclaims zijn van belang. Bij een gestructureerde uitvoering van het onderhoud en controle kan bij schade (veroorzaakt door bomen) de gemeente geen nalatigheid worden verweten. Deze zorgplicht was in het verleden nog wat onduidelijk, maar krijgt steeds meer vorm (door jurisprudentie).
Het is noodzakelijk om als boomeigenaar vast te leggen hoe hij omgaat met de zorgplicht. Veelal vindt tegenwoordig de algemene zorgplicht 1 x per 3 jaar plaats en verhoogde zorgplicht 1x per jaar. Een gestructureerde aanpak kan aansprakelijkheid voorkomen.
Achtergrondinformatie boomonderhoud
In een natuurlijke omgeving doorloopt een boom de levenscyclus van kiem tot aftakeling zonder ingrijpen van de mens. De bomen in onze dagelijkse omgeving staan langs wegen, in dorpen, op brinken, in singels en in houtwallen. Verkeer en personen bewegen zich onder en langs de bomen, waardoor de omgeving voorwaarden stelt aan de bomen. In een beperkte ruimte is dan een takvrije zone of een takvrije stam noodzakelijk. De boom doorloopt in zijn snoeicyclus een tweetal fasen, namelijk de opbouwfase (begeleiding) en de instandhoudingsfase (onderhoud).
In elke fase is de manier van snoeien anders. Het snoeien van een boom in de begeleidingsfase is belangrijk om de boom zo gezond mogelijk volwassen te laten worden en te begeleiden naar zijn gewenst eindbeeld. Hierbij wordt regelmatig gesnoeid op het goed ontwikkelen van de kroon, het verwijderen van probleemtakken en het verkrijgen van de gewenste takvrije stam. In de onderhoudsfase kan er sprake zijn van afgestorven, gebroken of laaghangende takken. In deze fasen is het van belang deze takken te verwijderen zodat dit geen gevaar oplevert voor de omgeving.
Het eindbeeld van de boom, de vorm van de boom in volgroeide staat, is afhankelijk van de standplaats. De benodigde takvrije stam van een boom die op enkele meters van een doorgaande weg staat is groter dan van een boom op een grasveld in een park. Het risico van vallende afgestorven takken bij de boom langs de weg is ook hoger dan de boom in het park.
Te laat snoeien en niet snoeien volgens regelmatige cycli, veroorzaakt onnodig grote snoeiwonden. Dit leidt tot een verminderde conditie en vaak een versnelde afschrijving van een boom. In Nederland zijn de jaarlijkse afschrijvingskosten van een boom hoger dan de jaarlijkse snoeikosten. Het is dus van belang dat het bomenbestand in goede conditie blijft. Door boomtechnisch goed snoeibeheer wordt de levensduur van een boom verlengd.
Naast strikt te richten op veiligheid (met een blik voor de komende 3 jaar) is het gezien eerdergenoemde informatie nog belangrijker om ook voor de langere termijn zorg te dragen voor de ontwikkeling en instandhouding van een duurzaam en veilig bomenbestand (met een blik op de gehele levensduur van de boom). Hier dient een efficiënte, effectieve en praktische wijze in het beheer en onderhoud te worden gekozen. Enerzijds met het oog op een duurzaam behoud van bomen en beplanting in de openbare ruimte, anderzijds op de waarborging van de veiligheid. Als richtlijn voor de takvrije zones wordt hiervoor bijlage 3 gebruikt.
Het is van belang dat in een kort tijdsbestek alle bomen op ‘aanvaard boombeeld’ gebracht worden, waarna het onderhoud op peil gehouden wordt door structureel beheer. In een logische werkvolgorde worden alle snoeibehoeftige bomen gesnoeid. De boomveiligheidscontrole en opname onderhoudstand, het wegnemen van een eventueel verhoogd risico en overlast, inclusief de registratie van het uitgevoerde werk wordt bij voorkeur in één werkgang uitgevoerd.
Het in stand houden van het bomenbestand is een taak van de gemeente. Hiermee behartigen zij het algemeen belang. Bomen zijn belangrijk voor de leefbaarheid, veiligheid, ecologie en kwaliteit van de openbare ruimte. Vanwege de lange levensduur van bomen gaat het ook om het veiligstellen van deze belangen voor de toekomst.
Een belangrijke basis voor bescherming van het boombestand is het voeren van een degelijk beleid voor zowel gemeentelijke als particuliere bomen. De gemeente heeft voor de bescherming en instandhouding van het bestaande boombestand (zowel gemeentelijk als particulier) het kapbeleid opgenomen in een bomenverordening. In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) wordt naar deze bomenverordening verwezen.
In deze paragraaf wordt het huidige kapbeleid geanalyseerd. Hieruit komen mogelijkheden naar voren om het kapbeleid te verbeteren.
Een kapaanvraag die binnenkomt beoordeelt de gemeente momenteel aan de hand van een checklist. Een vergunning kan daarbij om de volgende redenen worden geweigerd:
De beoordeling van de kapaanvragen volgens deze weigeringsgronden kan objectiever. Afhankelijk van de interpretatie van de beoordelaar wordt een kapvergunning wel of niet afgegeven. Daardoor is er veel ruimte voor discussie en bezwaar.
Voor alle gemeentelijke bomen met een stamdiameter > 20 cm en particulier bomen op de groene kaart is het noodzakelijk een kapvergunning aan te vragen. Indien deze houtopstanden zonder kapvergunning worden geveld zal de gemeente een herplantplicht opleggen met daarbij een termijn waarbinnen de aanplant moet zijn voldaan.
Omdat momenteel voor gemeentelijke bomen > 20 cm, bomen op de groene kaart en alle bomen in de beschermde groenvlakken een kapvergunning moet worden aangevraagd, besteedt de gemeente veel tijd aan de behandeling ervan (niet alle bomen in de groene vlakken zijn namelijk waardevol, maar voor alle bomen binnen deze vlakken moet wel een kapvergunning aangevraagd worden).
De daadwerkelijke functie van de huidige groene kaart, namelijk de bescherming van de waardevolle bomen, wordt door de beschermde groenvlakken naar de achtergrond verdrongen. Door het enkel aanwijzen van de waardevolle bomen en boomstructuren wordt de bomenverordening vereenvoudigd en kan meer tijd en geld besteed worden aan het daadwerkelijk beschermen van deze waardevolle bomen. Alle bomen die niet op deze waardevolle bomenlijst worden opgenomen zijn dan kapvergunningsvrij. Dit betekent dat alleen voor bomen die op deze lijst staan een kapvergunning moet worden aangevraagd en dat bij toekenning een herplantplicht wordt opgelegd.
Voor alle gemeentelijke individueel beheerde bomen met een stamdiameter > 20 cm en particuliere bomen in een nog op te stellen waardevolle bomenlijst dient een kapvergunning te worden aangevraagd. Hierbij dient opgemerkt te worden dat bomen in houtopstand / bosverband vrij zijn van kap mits deze kap (door een deskundige) wordt begeleid en uitgevoerd in het kader van onderhoud om de houtopstand duurzaam te behouden. Voor houtopstanden en bomen in bosverband (met een minimale oppervlakte van 100 m2) waarbij de gehele houtopstand of bos verdwijnt geldt een vergunningsplicht.
Voor bomen die onderdeel uit maken van ‘historische’ erfbeplanting gelden dezelfde regels als bomen in houtopstanden. Dit betekent niet dat er in de erfbeplanting voor elke boom een kapvergunning aangevraagd moet worden. Wel dient de erfbeplanting als geheel intact te worden gehouden. Ook hierbij geldt dat de kap door een deskundige moet worden begeleid en uitgevoerd.
Indien houtopstanden zonder kapvergunning worden geveld zal de gemeente een herplantplicht opleggen met daarbij een termijn waarbinnen de aanplant moet zijn voldaan.
Verdere uitwerking van het toekomstige kapbeleid wordt opgenomen in de nog op te stellen bomenverordening.
Voor het beschermen van het bomenbestand gebruikt de gemeente momenteel het kapbeleid zoals dat in de ‘boomverordening 2012’ is vastgelegd. In veel gevallen wordt aan de hand van dit beleid een vergunning verleend. Om dit efficiënter, effectiever en objectiever te laten verlopen gaat de gemeente werken met een lijst van monumentale en waardevolle bomen (Waardevolle bomenlijst gemeente Veendam). Er wordt dan niet meer gewerkt met grote beschermde groenvlakken, waar binnen ook particulieren voor elke boom een kapvergunning aan moesten vragen. Door naast de gemeentelijke bomen alleen de waardevolle particuliere bomen te beschermen neemt enerzijds het aantal aanvragen en hiermee de noodzakelijke inzet van gemeentepersoneel af. Anderzijds neemt het gemak voor bewoners toe.
Op de waardevolle bomenlijst worden zowel gemeentelijke als particuliere bomen opgenomen. Het betreft bomen met specifieke waarde zoals cultuurhistorische betekenis en/of ruimtelijke betekenis. Het zijn kortom bomen die waardevol zijn voor de gemeente. Deze bomen verdienen dan ook bescherming. Naast solitaire bomen / boomgroepen op deze lijst is in dit rapport ook een beoordeling opgenomen van de gemeentelijke boomstructuren die in het bomenbeleidsplan zijn vastgelegd. Voor zowel het rooien van de bomen op de waardevolle bomenlijst als de in het bomenbeleidsplan aangewezen gemeentelijke boomstructuren is een kapvergunning vereist (er wordt niet gekapt tenzij).
Om daadwerkelijk met de waardevolle bomenlijst te kunnen werken moet in de bomenverordening worden verwezen naar de Waardevolle bomenlijst Veendam. De gemeenteraad zal zowel de waardevolle bomenlijst als de aangepast bomenverordening vast moeten stellen. De gemeente zal na deze vaststelling burgers informeren over de veranderingen. Dit kan door een informatief artikel in het plaatselijke weekblad of op de gemeentelijke website, het ter inzage leggen van de stukken op het gemeentehuis en/of, het aanschrijven van bewoners met een waardevolle boom. Om burgers, en met name eigenaren van waardevolle bomen, de gelegenheid te geven te reageren op de waardevolle bomenlijst vindt een inspraakprocedure plaats voor de ontwerplijst. Hier kan bezwaar gemaakt worden tegen opname van bomen op de lijst, of het juist niet opnemen van bomen op de lijst. Dit geldt voor de eigenaren van bomen die nieuw op de waardevolle bomenlijst komen. De eigenaren van de huidige waardevolle bomen (groene kaart) zijn destijds aangeschreven en worden niet weer benaderd voor plaatsing op de bomenlijst. Na de bezwaarprocedure wordt de waardevolle bomenlijst ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad.
De waardevolle bomenlijst is onderhevig aan veranderingen (nieuwe aanplant van herdenkingsbomen, afsterven van oude bomen e.d.). Om te voorkomen dat bij elke wijziging de lijst opnieuw door de Raad moet worden vastgesteld is het beter om elke 6 jaar een herbeoordeling te doen. Hierbij worden de volgende stappen doorlopen:
De gemeente vindt het redelijk particulieren tegemoet te komen als hun boom op de waardevolle bomenlijst wordt opgenomen en wil hiervoor een tegenprestatie leveren. Als een vorm van dienstverlening overweegt de gemeente de VTA inspectie (Visual Tree Assessment) van deze bomen uit te voeren. Dit ontslaat de particulier echter niet van zijn zorgplicht. Afhankelijk van de omvang van de totale lijst kan ook gedacht worden aan een tegemoetkoming in het onderhoud. Dit wordt (als de lijst bekend is) nader uitgewerkt.
Het inventariseren van waardevolle bomen aan de hand van de inventarisatiecriteria leidt tot een goed onderbouwde waardevolle bomenlijst waarbij kritisch en objectief bepaald is of een boom waardevol is. Voor het kappen van bomen op deze lijst moet dan ook altijd een kapvergunning aangevraagd worden. Deze vergunning zal alleen bij zeer zwaarwegende argumenten worden afgegeven. Argumenten zoals hieronder zijn in beginsel onvoldoende:
(Over)last door bomen bij zonnepanelen en kleine windmolens zijn geen reden tot kap van de bomen. Reden hiervan is dat de bomen vaak eerder aanwezig waren dan de zonnepanelen en /of windmolens. Bij aanschaf van dergelijke verduurzaming dient men rekening te houden met de aanwezigheid van bomen. Dit geldt eveneens voor het aanplanten van nieuwe bomen in de omgeving waar reeds zonnepanelen of kleine windmolens zijn geplaats.
De kapvergunning wordt beoordeeld aan de hand van een toetsingsformulier en indien nodig zal de boom ter plekke worden beoordeeld of de aangegeven argumenten zwaarwegend genoeg zijn om de boom toch te kappen.
Alleen wanneer de onveilige situaties of schades niet door uitvoering van andere maatregelen kunnen worden verbeterd, wordt de afweging gemaakt toch een kapvergunning af te gegeven. Hiervoor zijn drie redenen:
Wanneer een waardevolle boom een onveilige situaties veroorzaakt, moet allereerst de volgende vraag worden gesteld: zorgt de boom voor een gevaarlijke situatie of is sprake van een calamiteit?
Gevaarlijke situaties: situaties waarbij de veiligheid van omwonenden en passanten in het gedrang komt of kan gaan komen. In deze situaties is het altijd noodzakelijk een bomendeskundige nader onderzoek te laten doen of de onveilige situatie wel door de boom wordt veroorzaakt. Afhankelijk van de uitkomsten uit het onderzoek worden maatregelen getroffen. Allereerst wordt geprobeerd het gevaar op te heffen door uitvoering van extra (onderhoud)maatregelen zoals snoei of verbetering van de ondergrondse ruimte. Als andere maatregelen geen oplossing bieden, is kap de laatste optie.
Calamiteit: levensbedreigende situaties of situaties waarbij ongevallen kunnen ontstaan, waarbij directe kap noodzakelijk is om de veiligheid van omwonenden en/of passanten te waarborgen. Voorbeelden van een calamiteit:
Blikseminslag
Stormschade
Wanneer een waardevolle boom ernstige schade aanricht aan bijvoorbeeld gebouwen kan dit in enkele gevallen een reden zijn voor verlening van een kapvergunning. Bij elke kapaanvraag die terug te herleiden is naar een schadegeval dient allereerst te worden onderzocht of de schade daadwerkelijk is veroorzaakt door de waardevolle boom. Voorbeelden van schadegevallen zijn:
Ingroei van wortels in funderingen, waardoor scheuren of verzakkingen ontstaan mits deze terug te herleiden zijn naar de boom.
Wanneer maatregelen als wortelsnoei en wortelscherm geen oplossing zijn of wanneer meer schade wordt aangericht aan boom en/of gebouw is het verwijderen van de boom een laatste optie.
Plantenziekten kunnen in enkele gevallen leiden tot afgifte van een kapvergunning. Vooral bij besmettelijke ziekten is het vaak verplicht een aangetaste boom te verwijderen om verdere besmetting te voorkomen. Bij elke kapaanvraag die te herleiden is naar een plantenziekte is het noodzakelijk dat een bomendeskundige vaststelt of er sprake is van een ziekte die het noodzakelijk maakt een kapvergunning te verlenen. Voorbeelden van ziekten en aantastingen worden in hoofdstuk 6 behandeld.
Een herplantverplichting wordt standaard opgelegd bij het afgeven van een kapvergunning. De wijze waarop de herplantplicht wordt uitgevoerd, wordt zo mogelijk in overleg met de aanvrager bepaald. Het voorgeschreven beleid bepaalt de soortkeuze, locatie en maat van de terug te planten boom/bomen. Ook wordt gezorgd dat de nieuwe aanplant past binnen de gemeentelijke (groen)visie. Hierbij wordt in principe een herplantplicht opgelegd van bomen met een minimale maat van 18-20 cm (stamomtrek).
Voor bomen op de waardevolle bomenlijst wordt in principe geen kapvergunning verleend. Wanneer een vergunningsplichtige boom zonder kapvergunning wordt gekapt is dit illegale kap. De gemeente zal bij illegale kap sancties opleggen. Een financiële compensatie voor illegaal gekapte bomen kan voor een eigenaar reden zijn de boom toch niet te kappen. Wanneer de boom wel gekapt wordt, worden achteraf de geldelijke vervangingskosten van de boom berekend volgens de meest recente rekenmethode NVTB (zie kader). De hoogte van de compensatie is hiervan afhankelijk.
De rekenmethode NVTB (Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen) is in beginsel bedoeld voor het berekenen van de vervangingskosten van bomen in een tuin, op een erf, in een park, in de straat of in een laan. De hoogte van de vervangingskosten wordt berekend uit de kosten die gemaakt moeten worden om de betreffende boom op dezelfde locatie te vervangen (kosten die gepaard gaan met de heroprichting). Bij grote c.q. oudere bomen zullen de vervangingskosten bestaan uit de kosten van het (her)planten van een boom, plus de kosten van beheer en onderhoud tot de betreffende boom op gelijkwaardige wijze de functie vervult van de oude boom (bron: NVTB).
Bij illegale kap geldt dat naast de financiële compensatie ook een herplantplicht wordt opgelegd voor de gekapte boom van de waardevolle bomenlijst.
Veendam is een aantrekkelijke plaats om te wonen en werken. De gemeente heeft een sterke rol in de regio op het gebied van werk, opleiding, kunst en cultuur en toerisme. Veendam wordt gekenmerkt door een rijke (cultuur)historie en een grote diversiteit aan woonmilieus.
Rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en beschermde dorpsgezichten bepalen voor een groot deel de sfeer. De vele ‘diepen’ en ‘wijken’ geven het een waterrijk karakter. De grote hoeveelheid groen in de kern en de grote parkeren direct daar omheen maken de gemeente een aantrekkelijke vestigingsplaats.
Om de kwaliteit van dit groen op niveau te houden, wordt een grote claim gelegd op de jaarlijkse gemeentebegroting. Met behulp van het bomenbeleidsplan wordt gekeken hoe deze uitgaven beheerst kunnen worden. Een van de hulpmiddelen daarbij is een visie ontwikkelen op de bomenstructuur van Veendam. Met deze visie is het mogelijk gefundeerde keuzes te maken in het bomenbeleid; waar zijn we extra zuinig op de bomen, waar zetten we een tandje bij en waar kan het een onsje minder.
In deze visie schetsen we voor de hoofdstructuur de gewenste bomenstructuur. Het gaat om de bomen met een cultuurhistorische waarde, de bomen langs de waterstructuur, de bomen langs de hoofdwegen en de bomen in parken en op pleinen. Daarnaast wordt de nevenstructuur getekend. Deze gaat over de bomen in de wijken en buurten. De uitvoering en realisatie wordt uitgewerkt in het bomenbeleidsplan.
De bomenstructuurvisie vormt het gewenste beeld voor de toekomst. Het geeft de huidige en gewenste situatie weer zoals we die de komende jaren willen realiseren. Het vormt een toetsingskader en een inspirerende leidraad bij het ontwikkelen van ruimtelijke plannen in de stad. De kaarten in bijlage 1 zijn richtinggevend.
De inrichting van de openbare ruimte met bomen levert een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van de omgeving. Bomen en groen hebben een positieve invloed op ons welbevinden en de gezondheid van bewoners. Dit is merkbaar op boomloze pleinen en straten waar hittestress ontstaat door de klimaatverandering. In de zomer is het daar significant warmer dan op plekken waar bomen voor schaduw zorgen. Bomen dragen in sterke mate bij aan een sfeervolle buitenruimte en weerspiegelen seizoenen, door het frisgroene blad en geurende bloesem in de lente en de prachtige bladkleuren in de herfst. Bomen vormen een essentieel onderdeel in het ontwerp van de openbare ruimte. De omvang en lange levensduur maken de boom een goed architectonisch middel om bepaalde aspecten te accentueren. Boombeplanting versterkt structuren, begeleidt routes en helpt mensen in het stedelijk netwerk te oriënteren. Bomen bieden ook een decor om te spelen, sporten en van de natuur te genieten.
Waar bomen zijn, is ook ander leven. Op een oude eik bijvoorbeeld leven honderden soorten insecten, waar weer vogels op af komen en geven onderdak aan zoogdieren zoals de eekhoorn en vleermuis. De boomkronen zorgen niet alleen voor schaduw, onderdak en een fraaie aanblik maar ook voor CO2 binding en afvang van fijnstof en ozon.
In een gemeente als Veendam met zijn rijke historie staan bomen met een geschiedenis. Vaak heeft de boom een relatie met de plek waar hij staat. Ook kan de boom een bepaalde gebeurtenis markeren of door een bijzonder persoon zijn geplant.
Mensen die in een groene omgeving wonen, voelen zich niet alleen gezonder, maar zijn dat ook daadwerkelijk. Ze brengen minder vaak een bezoek aan de huisarts en herstellen sneller van stress. Bij mensen met een lagere sociale-economische status, ouderen en kinderen is dit positieve effect het grootst. Waarschijnlijk doordat deze groep mensen meer tijd thuis doorbrengt. Daarnaast nodigt een groene boomrijke leefomgeving uit tot bewegen: wandelen, fietsen en spelen. Uit onderzoek blijkt dat het percentage kinderen met overgewicht in groene wijken 15% lager is dan in vergelijkbare wijken zonder groen. Kortom, met voldoende bomen in de stad kunnen we een positieve bijdrage leveren aan de gezondheid van onze inwoners. Bijkomend voordeel is dat aan woningen in een groene omgeving een hogere waarde wordt toegekend dan aan woningen in een minder groene omgeving.
Het huidige bomenbestand is weinig gevarieerd. De hoofdboomsoorten op dit moment zijn eik, linde, berk, es, beuk en iep. De eik (Quercus robur) komt met circa 7.000 bomen (35%) veruit het meeste voor.
De meeste bomen staan momenteel in parken, brede groenstroken en langs de verschillende waterwegen in de grasbermen. Dit geeft duidelijk de parkachtige opbouw van de gemeente weer.
Qua leeftijd is de variatie beperkt. Dit is inherent aan de ontwikkeling van de gemeente vanaf de jaren ’70. In deze periode zijn er veel nieuwbouwwijken bijgekomen waardoor zowel bomen in de wijken als langs de daarvoor bestemde infrastructuur zijn aangeplant. Meer dan de 45% van het huidig bomenbestand is in de periode 1980-1989 aangeplant. In deze periode is veel ontwikkeling geweest in de uitbreiding van de plaats Veendam door nieuwbouw van de wijk Sorghvliet, de aanleg van park Borgerswold en de aanleg van de ringwegen. Ook in de jaren ’70 (bouw Scheepskwartier) en ’90 (bouw Gildenbuurt) zijn veel bomen aangeplant.
De aangedragen documenten met betrekking tot het groen en water zijn geïnventariseerd en geanalyseerd. Gelet is op continuïteit en kwaliteit van de huidige structuur. Daaruit blijkt dat de bestaande situatie nog niet overeenkomt met de gewenste situatie.
Het uitgangspunt van de bomenstructuurvisie is niet de kwantiteit maar de kwaliteit van het bomenbestand. Een complete bomenstructuur waarbij de bomen op de juiste plek staan en de kans krijgen oud te worden. Door het toepassen van een divers sortiment is het bomenbestand minder kwetsbaar voor ziekten en plagen. De bomenstructuurvisie dient als ondersteuning van de leesbaarheid van het stedelijk weefsel, de ontstaansgeschiedenis, de ontsluiting, het leefklimaat en milieukwaliteit. Deze visie is bedoeld als leidraad voor het ontwikkelen van ruimtelijke plannen voor de stad en voor het maken van gefundeerde keuzes voor het bomenbeheer. De raakvlakken die meespelen bij de uitwerking van de bomenstructuurvisie staan in het kader.
[Kader] Raakvlakken bij uitwerking bomenstructuurvisie
Bomen en gezondheid: Streven naar uitbreiding van het bomenbestand in gebieden waar momenteel minder dan gemiddeld voorzien wordt in bomen. Prioriteit heeft de omgeving bij scholen, kinderdagverblijven en zorginstellingen. Bij de soortkeuze dient rekening gehouden te worden met allergieën (berk, wilg en hazelaar zijn berucht). Het tegen houden van licht door bomen in woningen is een punt van aandacht.
Bomen en milieu: Bomen zetten CO2 om in zuurstof en zuiveren de lucht door onder andere het afvangen van fijnstof, stikstof en ozon. Geluidsoverlast wordt niet in absolute zin, in decibels, verminderd maar verkleind wel de beleving en het gevoel van overlast. Ook kunnen bomen als scherm fungeren om bijvoorbeeld groen ‘in het zicht’ en industrie, grote wegen en windmolens ‘uit het zicht’ te houden.
Bomen en klimaatverandering: Bomen zorgen voor schaduw en door verdamping werken ze verkoelend bij hittestress. Ze vertragen daarnaast de snelheid waarmee neerslag de bodem bereikt en helpen dus tegen wateroverlast. Uitbreiding van het bomenbestand waar deze situaties zich voordoen is noodzakelijk. Bomen krijgen ook vaker te maken met extreme weersomstandigheden zoals storm, wateroverlast en droogte. En in Nederland komen steeds vaker uitheemse boomziekten en plagen voor. Bestaande structuren komen onder druk te staan door schade en uitval van bomen. Herstel op een verantwoorde wijze is noodzakelijk, prioriteit ligt bij aanplant op opengevallen plekken.
Bomen en natuur: Bomen in de stad zijn leefgebieden voor plant en dier en van groot belang voor de biodiversiteit. Knoppen, bloesem en zaden trekken verschillende dieren aan. Bomen bieden nestgelegenheid, zijn een voedselbron voor vogels en insecten en geven onderdak aan zoogdieren zoals eekhoorns en vleermuizen. Bomenlanen worden als route gebruikt tussen slaapplaats en foerageergebied. Bomen vormen voor dieren een verbindende schakel tussen stad en land. Een aaneengesloten netwerk is het streven.
Bomen en water: Gewerkt wordt naar een zo natuurlijk mogelijke situatie zonder kunstgrepen in de waterhuishouding. Kiezen voor boomsoorten die het beste passen bij de natuurlijke situatie.
Bomen en duurzaamheid: Bomen kunnen schaduwoverlast veroorzaken voor zonnepanelen. Afweging rondom plaatsing van nieuwe bomen dient zorgvuldig te gebeuren. Inkoop van bomen is ook een duurzaamheidsaspect waar opgelet dient te worden. Genetisch gebiedsinheems materiaal verdient de voorkeur evenals de keuze voor kwekerijen waar gewerkt wordt zonder bestrijdingsmiddelen of met natuurlijke bestrijdingsmiddelen.
Bomen en verkeer: Bomen hebben een positief effect op het weggedrag; automobilisten gaan langzamer rijden. De afstand tussen de weg en de boom is bepalend voor de verkeersveiligheid en de groeiruimte voor de boom. Boomkronen groeien over de weg zodat het nodig is de kroon op te snoeien. Hiermee dient rekening gehouden te worden bij de soortkeuze. Het heeft de voorkeur werken met brede bermen zodat er minder gesnoeid hoeft te worden, er meer overzicht is voor het verkeer en er minder schade aan de boom ontstaat.
Bomen en nutsvoorzieningen: Waar mensen wonen zijn kabels en leidingen. Deze nutsvoorzieningen maken van hetzelfde staatprofiel gebruik als de bomen. Goede afstemming is noodzakelijk zodat wortels en kabels en leidingen elkaar niet frustreren. Nutsvoorzieningen onder het trottoir en bomen tussen de geparkeerde auto’s zou een goede verdeling zijn.
Bomen en beheer: Het gezond houden van een boom begint bij een goede keuze bij aanplant. Hoe regelmatiger en kleiner de ingrepen zijn, hoe beter de boom zich ontwikkeld, hoe goedkoper het onderhoud is. Daarom is het belangrijk het onderhoud (inspectie, zorgplicht, snoei) bij één beheerder onder te brengen. Deze expertise geldt ook bij de aan te planten bomen.
Bomen en archeologie: Bij het planten van bomen of inrichten van boomgroeiplaatsen is het mogelijk dat archeologisch plekken geraakt worden. Het is belangrijk deze vroegtijdig te lokaliseren zodat er geen vertraging in de werkzaamheden plaats vinden.
De visie richt zich op het behoud en vervolmaken van de hoofdbomenstructuur, het opheffen van knelpunten in die structuur en het voorkomen van nieuwe knelpunten door duurzaam boombeheer. Een continue bomenstructuur, waarin de bomen op regelmatige afstand van elkaar zijn geplant en gaten in de structuur zijn opgevuld, is van belang. De hoofdbomenstructuur veraangenaamt de routes door de stad en helpt mensen om plekken te herkennen. Ook de parken en pleinen worden herkenbaar door aanplant van bomen. Deze visie kijkt naar de bestaande en gewenste structuur.
Het is belangrijk te investeren in een goede aanplant van bomen en te streven naar kwaliteit boven kwantiteit. Kwaliteit betekent bomen die gezond kunnen uitgroeien en oud kunnen worden. Bij de soortkeuze wordt rekening gehouden met de cultuurhistorie van het onderliggende landschap en de historie van de wijk of de buurt. Kwaliteit betekent ook dat de boom bij voorkeur in gras of beplanting wordt geplant.
Een bestaande kwaliteit waar we zuinig op moeten zijn, zijn de monumentale en waardevolle bomen. Het spreekt tot de verbeelding en de natuurwaarde van een oude boom is veel groter dan die van meerdere jonge bomen.
Deze visie pleit voor een grotere variatie in soorten. Meer diversiteit maakt het bomenbestand minder kwetsbaar voor ziekten en plagen. Door de aanplant van een variatie aan inheemse soorten worden er meer verschillende diersoorten aangetrokken en ontstaat er een natuurlijk evenwicht.
In verband met monocultuur en risico op ziektes moet de keuze voor de klassieke lanen beplant met één boomsoort worden heroverwogen. Een mogelijke oplossing is het toepassen van verschillende variëteiten van één soort.
Een gezonde boom is met een goede groeiplaats minder vatbaar voor ziektes en plagen. Het begint met de keuze van de boomsoort afgestemd op de beschikbare ruimte, zowel ondergronds als bovengronds, het bodemtype en het vocht leverende vermogen van de bodem. Wat kan er nog gedaan worden aan groeiplaatsverbetering in ruimte onder de grond en wat is de financiële ruimte? Ook de vochttoetreding gedurende het seizoen is van belang, denk aan de hittestress.
De hoofdbomenstructuur wordt gedefinieerd als de ruimtelijke en functionele samenhang van bomen, zowel met elkaar als met de omgeving. We maken binnen de bomenstructuur onderscheid tussen hoofdstructuur en nevenstructuur. De hoofdstructuur bestaat uit bomen op stadniveau en wijkniveau. Bij de nevenstructuur gaat het om bomen in de buurten.
Eerst worden de vier belangrijkste structuurelementen van de stad in samenhang met de stad behandeld. Deze structuurelementen vormen samen de hoofdbomenstructuur van de stad.
Aan de hand van vier structuurelementen is de hoofdstructuur tot stand gekomen. De structuurelementen zijn: cultuurhistorie, water, hoofdwegen en parken en pleinen.
Veendam is ontstaan naar aanleiding van de ontginning van het veen. Ten behoeve van de ontwatering en de afvoer van turf zijn wijken gegraven. Deze wijken structureren het landschap en vormen de basis voor het latere Veendam. De eerste bebouwingen vonden plaats aan deze wijken. Primaire ontginningsassen zoals Ommelanderwijk, Zuidwending, Borgercompagnie en Wester- en Oosterdiep (Wildervank) zijn nog duidelijk herkenbaar. De wijken/diepen zijn zeer waardevolle elementen in het verhaal van de ontstaansgeschiedenis van de streek. Daarom leveren ze een belangrijke bijdrage aan de bomenhoofdstructuur. De diepen waren van oorsprong allen voorzien van een bomenstructuur. Ten behoeve van het verkeer zijn op veel plekken deze bomen in de loop der tijd verdwenen. Voor de afleesbaarheid van de ontstaansgeschiedenis en stedenbouwkundige structuur dient de bomenstructuur te worden hersteld. Zie bijlage 1 (kaart cultuurhistorie).
De hoofwegen, ook vaak de cultuurhistorische routes, worden veelal begeleid door bomen. Door gebrek aan groeiruimte en slechte groeiomstandigheden laat de bomenstructuur vaak te wensen over. Nieuwe aangelegde routes van de tweede helft van de vorige eeuw zijn vaak ruimer van opzet met bredere bermen en vrij liggende fietspaden. Desondanks treden nog vaak conflicten op met de bomenstructuur waardoor die zich niet zo goed heeft kunnen ontwikkelen als gewenst. Juist de hoofdwegen zijn de entrees, het visitekaartje van de stad. Zie bijlage 1 (kaart wegen).
Veendam kent verschillende grote groengebieden die direct tegen de kern aan liggen. Deze zijn belangrijk als uitloopgebied voor de bewoners en als brongebied voor de ecologie. De verbinding met deze gebieden is belangrijk. Binnen de bebouwde kom zijn er kleinere even zo belangrijke groengebieden. Begraafplaatsen en groensingels die de watergangen begeleiden zoals de groenzone rond om de ‘Oude Ae’. Naast de zorg voor deze waardevolle plekken is het ook belangrijk de kleinere gebieden voldoende aandacht te geven. De plekken dichter bij huis waar de bewoners vaker gebruik van (zouden kunnen) maken. Het groen in de buurt dat meer kan zijn dan enkel een grasveldje. Zo kent Veendam ook een enkel plein volgens de klassieke definitie en verschillende grote parkeerplaatsen. Het heeft tenslotte een regiofunctie waardoor mensen met de auto komen. Deze pleinen en parkeerplaatsen zijn onvoldoende of niet voorzien van een adequaat bomendak om te zorgen dat het in zomer geen hitte eiland wordt. Ook dit is een onderdeel van het aandachtsveld van de bomenhoofdstructuur. Zie bijlage 1 (kaart parken en pleinen).
De vier hierboven beschreven structuurelementen vormen samen de hoofdstructuur van Veendam, zie ook de kaart hieronder samen met de nevenstructuur (in bijlage 1 staat ook een kaart van alleen de hoofdstructuur) . Op deze kaart staat het wensbeeld aangegeven. Om tot realisatie te komen is uitwerking noodzakelijk.
De nevenstructuur is op te splitsen in twee delen: structuurlijnen die van belang zijn voor de afleesbaarheid van het stedelijk weefsel en de rest. Grofweg komt de verdeling overeen met de buurtstraten, die de buurten ontsluiten, en de groenplekken versus de woonstraten en binnenhoven. Ook voor de ‘rest’ gelden de eerder beschreven raakvlakken. Bewoners kunnen hier tijdens de planvorming meer zeggenschap krijgen. Samen met de bewoners kan een keuze gemaakt worden naar de inrichting van hun directe woonomgeving. Voor de geactualiseerde hoofd- en nevenstructuur, zie afbeelding (in bijlage 1 staat ook een kaart van alleen de nevenstructuur).
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Het is niet reëel de bomenstructuur in één keer te realiseren. Dit zou een te grote claim leggen op de gemeentelijke uitgaven. Door slim te plannen en goed te organiseren kunnen de beperkte middelen verantwoord worden ingezet. Waar is de nood het hoogst en waar kan met de minste kosten het meeste effect bereikt worden? Prioriteiten stellen. Daarbij zijn de hoofdstructuur en de hitte eilanden leidend. Het grootste resultaat kan verkregen worden door mee te liften met andere projecten. Slimme combinaties zijn kostenbesparend en leiden tot snellere realisatie van de gewenste bomenstructuur.
Om tot een gedegen uitvoeringsplan/strategie te komen is het belangrijk goed onderzoek te doen naar de wensen, mogelijkheden en kansen.
Bijvoorbeeld: willen we de hoofdstructuur voorzien van een dubbele bomenrij?
Dit zijn kansen waardoor het eventueel toch mogelijk is wanneer het verkrijgen of verbeteren van boomstructuren met andere plannen gecombineerd wordt. De bomenstructuurvisie is niet voor niets een visie. Het is toekomstgericht. Het slaat toe wanneer de kans zich voordoet.
De volgende stappen helpen bij het tot stand komen van de hoofd- en nevenstructuur:
Om een duurzaam bomenbestand te kunnen realiseren is het van belang dat bomen ruimte krijgen en op de juiste manier worden aangeplant. Het wensbeeld is dat bomen gezond kunnen uitgroeien en oud kunnen worden. Een goede groeiplaats voor bomen levert over het algemeen een gezondere boom op. Een gezonde boom is minder vatbaar voor ziektes en plagen en heeft een betere uitstraling. Bomen in de stad hebben het echter niet makkelijk daar zij niet de enige ruimtegebruikers zijn. Gebouwen, infrastructuur en locaties van kabels en leidingen kunnen ertoe leiden dat een boom zich niet goed kan ontwikkelen. Daarbij groeien bomen in verharding minder goed doordat ze minder water en zuurstof krijgen. De leeftijd van een gemiddelde stadsboom is hierdoor minder dan 40 jaar. Voor een langere levensduur en betere bomengroei is het van belang om de natuurlijke groeiomstandigheden van bomen zoveel mogelijk te benaderen. In parken, plantsoenen en berm is dit ideaalbeeld makkelijk haalbaar. Langs wegen, in straten en op pleinen zullen vaak concessies gedaan meten worden om het ideaalbeeld zo dicht mogelijk te benaderen. Om een duurzaam bomenbestand te hebben en te houden dienen er keuzes gemaakt te worden in ruimtegebruik. Niet overal kan alles. De volgende uitgangspunten hanteren we daarbij:
De groeiplaats bepaalt in belangrijke mate de ontwikkeling van de boom. In een beplantings- en/of grasstrook met teelaarde is de groei veel gunstiger dan in een gesloten verharding met daaronder aangebracht zand. Is het niet anders mogelijk, stem dan de omvang en de inrichting van de groeiplaats af op het streefbeeld.
Bij de keuze van een boomsoort moet worden gelet op de boven- en ondergrondse omstandigheden. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de specifieke eigenschappen van de soort. Het gaat daarbij vaak om ongewenste verrassingen of overlast zoals neiging tot het opdrukken van verharding of gevoeligheid voor ziekten en plagen. Bomen met grote vruchten en zaden kunnen bijvoorbeeld beter niet worden toegepast op plaatsen met veel verkeer.
Een goed bomenbestand valt en staat met diversiteit van het sortiment. Een bomenbestand waarin weinig variatie te vinden is van boomsoorten hebben een grote kans op het verliezen van een groot deel van het bomenbestand door ziekten en aantastingen. Ook zal een bomenbestand met overwegend dezelfde leeftijd op hetzelfde moment afsterven of uitvallen.
Een gezonde boom met voldoende ruimte om vrij te groeien tot een volwassen exemplaar kan een groener beeld geven dan een heel rij bomen met beperkte groei. Hoe groter het kroonvolume van de boom hoe meer zuurstof de boom levert en hoe meer luchtverontreiniging het kan afvangen. Wanneer er gekozen moet worden voor veel bomen met slechte groei of weinig bomen met goede groei kies dan voor het laatste.
Een boom heeft een bepaalde hoeveelheid ondergrondse ruimte nodig om goed te kunnen wortelen. Vooral de breedte van de plantlocatie is hierin van belang. Het heeft geen zin om een boom minder ruimte te geven. De boom zal altijd zijn benodigde ruimte claimen waardoor structurele problemen ontstaan zoals opdruk van de verharding door boomwortels. Om bomen voor de toekomst voldoende groeikansen te geven is een goed doorwortelbare volume nodig van tenminste 20 tot 40 m3 per boom. In de planvormingsfase dient hiervoor de ruimte worden gereserveerd.
Het is belangrijk om bij aanplant van bomen en het aanleggen of behouden van structuren keuzes te maken in het ruimtegebruik. Niet overal kan alles! Van te voren nadenken en vastleggen hoe de specifiek structuur moet worden aangebracht en daar op voorsorteren met alle werkzaamheden die er komende jaren / decennia spelen.
Voorkeur om bij gewenste boomstructuren bijvoorbeeld kabels en leidingen en indien mogelijk trottoirs aan de andere zijde weg te leggen en niet aan beide zijden van de weg. Het nemen van maatregelen leidt vaak tot compromissen waardoor voor beiden de kwaliteit niet ten goede komt.
De eisen die een boom stelt aan de bodem zijn tegengesteld aan de eisen die verharding stelt aan de ondergrond. Er zijn grondmengsels ontwikkeld die zowel doorwortelbaar zijn als stabiel waardoor de bestrating met een bepaalde verkeersbelasting niet verzakt. Onder bestrating met een lichte belasting (voetgangers, incidenteel autoverkeer) kan bomenzand (eventueel in combinatie met een draagconstructie) worden toegepast. Met een gewenste plantplaats onder bestrating met een middelzware belasting (personenauto’s, vrachtauto’s en bussen) worden zwaardere constructies gebruikt (zoals bunkers, granulaat of lava). Hierbij dient men wel te letten op de grootte van de groeiruimte. Granulaat is slecht 30% doorwortelbaar waardoor meer kuubs (m3) nodig zijn ten opzichte van teelaarde.
Zorg bij het aanplanten van bomen voor een goede kwaliteit bomen en groeiplaats, toezicht is hierbij belangrijk Zorg dat geplante bomen in projecten minimaal 2 jaar nazorg en garantie krijgen. Tijdens de nazorg blijven de bomen in beheer bij de projectverantwoordelijke instantie en jaarlijks gaan per 1 januari de bomen waarvan de nazorg is afgelopen (met een positief oordeel over de kwaliteit) naar het gemeentelijk beheersysteem en ligt de verantwoordelijkheid vanaf dan bij de gemeente.
In het vorige hoofdstuk is ingegaan op het realiseren van de boomstructuren. Om de huidige bestaande boomstructuren te behouden en gewenste boomstructuren te maken en/of te versterken is het van belang diverse uitgangspunten in acht te nemen. Ook hierbij geldt dat het grootste resultaat kan verkregen worden door mee te liften met andere projecten. Slimme combinaties die op elkaar aansluiten zijn kostenbesparend en leiden tot snellere realisatie van de gewenste bomenstructuur. Als bijvoorbeeld kabels en leidingen vervangen moeten worden binnen een vastgestelde bomenstructuur dan worden deze bij voorkeur aan één zijde van de weg gelegd en indien mogelijk aan de andere zijde van de weg ten opzichte van de bomen. Een ander voorbeeld is het opnieuw inrichten van de huidige groeiplaatsen van de bestaande bomen bij een reconstructie van de weg, waarbij de boom ondergronds meer ruimte ter beschikking krijgt en bij voorkeur een open groeiplaats. Bij ontwikkeltrajecten dient dit een vast onderdeel te zijn (waarbij interne en/of externe expertise van bijvoorbeeld een landschapsarchitect en/of boomdeskundige wordt gevraagd). Hierdoor kunnen tijdig kansen worden benut en de juiste keuzes worden gemaakt.
Bij bouw- /graafwerkzaamheden nabij waardevolle bomen draagt het opstellen van een Bomen Effect Analyse (BEA) bij aan de instandhouding en bescherming van de boom. Voor te handhaven bomen nabij een bouwproject of andere mogelijk werkzaamheden wordt een dergelijke BEA verplicht (vanuit de bomenverordening) opgesteld door de aanvrager van de bouwvergunning. Een BEA is enkel verplicht bij werkzaamheden nabij bomen op de waardevolle bomenlijst. Als grens wordt aangehouden bij voorziene werkzaamheden binnen de kroonprojectie + 2 meter. Dit geldt voor werkzaamheden bij zowel de gemeentelijke waardevolle bomen (inclusief de boomstructuren) als de particuliere waardevolle bomen. Bij overige (niet waardevolle) gemeentelijke bomen moet schade aan de bomen voorkomen worden.
Het komt regelmatig voor dat zich bomen bevinden in een gebied waar werkzaamheden en bouwplannen uitgevoerd gaan worden. Bouw- en graafwerkzaamheden kunnen ernstige nadelige gevolgen hebben voor de conditie van bomen. Hierbij valt te denken aan werkzaamheden als graven, bouwen, bronnering, opstallen, materiaalopslag en werkzaamheden aan kabels en leidingen. De gemeente zal bij bouw- en graafwerkzaamheden afspraken maken met aannemers en ontwikkelaars over het beschermen van bomen.
Om tijdig in het proces inzicht te krijgen in het boombestand en de mogelijkheden voor behoud worden Boom Effect Analyses (BEA’s) uitgevoerd. Hierbij worden de bomen visueel geïnspecteerd en wordt beoordeeld wat de gevolgen van de bouw voor de conditie van de boom betekenen. Iedere BEA die wordt uitgevoerd volgens de Richtlijn BEA bestaat uit twaalf bouwstenen. Het gebruik
van deze twaalf bouwstenen garandeert een uniform, compleet en helder gestructureerd onderzoek. De bouwstenen vormen een samenhangend geheel en zijn geclusterd in de onderdelen voorstudie, veldonderzoek, analyse en conclusie en advies. Alle bouwstenen moeten worden behandeld en beschreven om over alle relevante informatie te beschikken.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
In een boombeschermingsplan wordt omschreven hoe een boom behouden kan blijven en worden maatregelen voorgeschreven die nodig zijn om de boom tijdens de bouw te beschermen. Dit zijn onder andere:
De in het boombeschermingsplan opgenomen eisen zijn sterk afhankelijk van de aard en omvang van de werkzaamheden, duur van de werkzaamheden, locatie en de periode waarin gebouwd wordt. Een goed middel om te voorkomen dat er schade ontstaat aan bomen tijdens bouwwerkzaamheden is het opnemen van voorwaarden in het bestek. Naast de RAW kunnen de eisen en randvoorwaarden uit de BEA van toepassing worden verklaard. Ook is het belangrijk dat de aannemer bijtijds in het bezit is van het geldende boombeschermingsplan.
Bouwen rondom bomen is in de meeste gevallen goed mogelijk indien op een zorgvuldige wijze wordt gewerkt. Belangrijk is om in de planfase al rekening te houden met de bomen. In veel gevallen wordt pas over de bomen nagedacht als het ontwerp al vervaardigd is. Door vroegtijdig het ontwerp af te stemmen op eventuele waardevolle bomen kunnen zonder kwaliteitsverlies veel problemen voorkomen worden. Door bij de beoordeling van een bouwaanvraag eisen te stellen aan het bouwen rond bomen zal vooraf duidelijk zijn wat er moet worden voorbereid. Hierdoor kan indien nodig de bouwperiode worden aangepast aan de meest gunstige periode voor de boom (dit is meestal buiten het groeiseizoen). Voordat de werkzaamheden gaan plaatsvinden, dienen enkele zaken geregeld te zijn, zoals de maaiveldhoogte, het plaatsen van bouwhekken, snoeien van bomen, plaatsen van meetinstrumenten ten behoeve van de bodemvochtigheid, en een installatie voor het water geven van de bomen.
Algemene richtlijnen om bomen te beschermen tijdens werkzaamheden:
Onderstaand worden de verschillende fasen bij herinrichting beschreven met daarbij mogelijkheden voor het behoud van bomen. Uiteraard kunnen de acties afzonderlijk van elkaar worden uitgevoerd. Belangrijk is echter om te beseffen dat een optimale boombescherming alleen kan worden gerealiseerd wanneer tijdens alle fasen het effect op de bomen in acht wordt genomen. In onderstaande paragrafen worden de te nemen stappen per projectfase beschreven.
Tijdens deze fase wordt het initiatief genomen om een (her)inrichting uit te voeren. In deze fase ligt nog niet vast hoe de (her)inrichting wordt vormgegeven. Uiteraard is dan ook niet duidelijk wat het effect van de (her)inrichting op de bomen gaat zijn. Tijdens deze fase kan door middel van het uitvoeren van een Bomen Effect Rapportage (BER) of een verkeerslichtenkaart (kansen en knelpunten) worden bepaald of het zinvol is de boom te behouden. Deze rapportages gaan in op de kwaliteit, conditie, toekomstverwachting en verplantbaarheid van een boom. Ook wordt gekeken naar de beleidsmatige status van de bomen. Vervolgens worden er randvoorwaarden opgesteld voor het te maken ontwerp en de uitvoering van de herinrichting.
In het ontwerpproces wordt vaak onvoldoende rekening gehouden met de onder- en bovengrondse groeiruimte van bestaande bomen. Om bomen te beschermen is het daarom ook nodig te controleren of de vanuit de BER gestelde randvoorwaarden en de randvoorwaarden aangaande groeiplaatsen uit dit beleidsplan worden nageleefd. Als deze voorwaarden in het betreffende ontwerp praktisch niet gehandhaafd kunnen worden kan het ontwerp worden aangepast. Als het definitief ontwerp is afgerond kan een boombeschermingsplan worden opgesteld. Hierin wordt vastgelegd hoe de bomen tijdens het verdere proces daadwerkelijk beschermd gaan worden. Van hieruit kan een handleiding voor de toezichthouder worden geschreven.
Bouwbedrijven hebben vaak weinig ervaring en affiniteit met en kennis van de gevolgen voor het bomenbestand. Dit geldt ook voor overige civiele werkzaamheden, zoals wegreconstructies, aanleg kabels en leidingen en dergelijke. Hierbij is aantasting van de groeiplaats en beschadigingen (zoals wortelkap) een veel voorkomend probleem. Door een boomtechnisch toezichthouder (toezichthouder bomen) aan te stellen kan schade worden voorkomen.
We stellen voor dat bij alle werkzaamheden onder de kroonprojectie +2 meter (bij minimaal waardevolle gemeentelijke bomen) een toezichthouder bomen betrokken is. De toezichthouder houdt toezicht op de gestelde eisen, kan bij incidenten het werk bijsturen en advies uitbrengen op het moment dat zich onvoorziene problemen voor doen. In situaties waarbij schade is ontstaan wordt een onafhankelijk geregistreerd boomtaxateur (aangesloten bij de NVTB) ingeschakeld
Bij alle werkzaamheden rondom bomen is de aannemer verplicht zich aan de 10 geboden Bouwen bij bomen te houden. Een Tool hiervoor is naast de in bijlage 2 genoemde 10 geboden, de bomenposter ‘Boombescherming op bouwlocaties’ van Stadswerk. De bomenposter dient de aannemer aanwezig te hebben op de locatie. Tevens dienen de werknemers kennis te hebben genomen van de bomenposter en daar ook rekening mee te houden en naar te werken.
Op het moment dat er, ondanks de voorzorgmaatregelen, toch schade ontstaat aan de bomen kan de hoogte van de schade worden bepaald middels een taxatie volgens de methode NVTB. Of een vastgesteld boetebedrag bij kleinere beschadigingen, die de NVTB berekening niet waard zijn. Deze schade kan worden verhaald op de aannemer.
Vele nieuwe ziekten en plagen op en bij bomen vinden hun oorsprong in zuidelijke delen van Europa en andere continenten. Klimaatverandering lijkt hier een rol in te spelen. Doordat de temperaturen gemiddeld steeds hoger worden vinden vele nieuwe organismen hier een nieuw habitat.
Voorbeelden zijn de eikenprocessierups en de schimmel die massaria veroorzaakt. Voor veel ziekten en aantastingen zijn (nog) geen bestrijdingsmethoden voorhanden. Hierdoor is het belangrijk om als beheerder van bomen recente ontwikkelingen bij te houden en indien mogelijk adequaat te reageren. Onderstaand een tabel met de meest voorkomende ziekten en aantastingen.
Ziekten | Risico's/schaden | Symptomen | Mogelijkheden voor bestrijding |
---|---|---|---|
Kastanje bloedingsziekte | Afsterven en scheuren in stam waardoor secundaire aantasting plaats kan vinden | Afsterven en scheuren in de stam | Monitoring, infecties voorkomen door middel van ontsmetten gereedschap |
Iepziekte | Afsterven van de boom | Vroege herfst, zogenaamde vaantjes, stipsgewijze verkleuring in de houtvaten | Snel ingrijpen door verwijderen, schillen van de stam en takken, inenten met Dutch Trig als preventief middel |
Massaria | Afsterven van de onderste takken van de boom waardoor risico op takbreuk wordt verhoogd | Violetverkleuring, afgestorven bast aan de bovenzijde van de tak | Regelmatige controle met behulp van hoogwerker, verwijderen van de aangetaste takken |
Watermerk ziekte | Afsterven van takken en bladeren | Verwelking, bruinverkleuring en verdroging van de bladeren, bossige vormen van waterlot op de grens van de levende en dode takken of takdelen | Jong, nog niet besmet uitgangsmateriaal gebruiken, minder gevoelige rassen toepassen |
Essentaksterfte | Afsterven van takken, waardoor uiteindelijk secundaire aantasting aan de stam plaats kan vinden | Bladvlekjes, verkleurende nerven, afsterven takken, aantasting bast en cambium | Monitoring, eventueel bladruimen |
Roetschorsziekte | Afsterven boom, gezondheidsklachten bij mensen | Afsterven takken en/of boom, opbolling van de bast, losgekomen delen bast vallen af en zeer kleine bruinzwarte sporen koen vrij, bruinzwarte laag schimmeldraden | Snel ingrijpen door verwijderen volgens 'richtlijnen verwijderen roetschorsziekte'. |
Plagen | Risico's/schaden | Symptomen | Mogelijkheden voor bestrijding |
---|---|---|---|
Kastanje mineermot | Verdwijnen bladmoes, stagnerende groei | Vroege herfst, blaasachtige mijnen, lichte langwerpige vlekken | Verwijderen van blad in de herfst (overwinteringsplek van de pop) |
Luis | Honingdauw, plak op auto's en bestrating | Luizen op blad of takken, honingdauw | Uitzetten van lieveheersbeestjes, gebruik van knoflookextracten |
Horzelvlinder/Populierenboktor | Groeistagnatie, breukgevoeligheid | Gaten in de stamvoet op beschadigde plekken | Zorgvuldig maaien zorgt voor geen schade aan de stamvoet |
Eikenprocessierups | Brandharen, aangevreten blad | Rupsen in processie naar de kroon, eizakjes onder de stam of in een oksel | Opzuigen, branden, bespuiten van bladeren met een preparaat van Bacillus thuringiensis |
Wilgenhout rups | Groeistagnatie, breukgevoeligheid met gevaar voor stambreuk | Ovale openingen in de stam of snoeiwond, plantensap dat naar buiten treedt | Zorgvuldig maaien zorgt voor voorkomen schade aan de stamvoet |
Pollen | Gezondheidsklachten bij mensen met allergie | Zaden veroorzaken allergische reactie bij sommigen | Niet mogelijk. Voorkomen is beter dan genezen. |
Het preventief tegengaan van ziekten en plagen heeft de voorkeur boven het bestrijden. Daarom zal de gemeente bij aanplant van nieuwe bomen streven naar een gevarieerd bomenbestand en de voorkeur geven aan gezonde en waar mogelijk resistente boomsoorten.
Heel actueel is de overlast van de eikenprocessierups. De aanwezigheid van de soort neemt sterk toe (meest recent: landelijk in 2019 een toename van 300% ten opzichte van 2018). De mate van overlast die wordt veroorzaakt door deze soort is groot, zowel voor mensen als dieren. Het verdient prioriteit om de soort actief te bestrijden. Juist op plekken waar veel mensen komen en/of de mensen het meest kwetsbaar zijn. Dit is onder andere nabij publieke voorzieningen, scholen, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en dergelijke. Bestrijding is intensief en kostbaar en de invulling ervan zal zich naar verwachting de komende jaren verder ontwikkelen. Dit heeft zowel betrekking op het moment van bestrijden als op de hiervoor in te zetten methoden.
De gemeente wordt regelmatig geconfronteerd met burgers die (over)last ondervinden van bomen. De gemeente moet dan afwegen hoe zij met deze klachten omgaat. Uitgangspunt hierbij is het zoveel mogelijk behouden van bomen.
Hoe om te gaan met meldingen en verzoeken? Burgers die (over)last ondervinden van bomen melden dit via het meldingssysteem bij de gemeente. Veel voorkomende meldingen zijn:
Uitgangspunt is het behoud van de bomen. Als duidelijk is welke plaats bomen innemen in het geheel is heldere communicatie naar bewoners mogelijk. De eerste actie die de gemeente onderneemt is het communiceren met de melder. Vaak geeft een heldere uitleg over het gevoerde beleid, beheer en het algemeen belang de melder een beter beeld van de afweging die de boombeheerder maakt. Hierdoor kunnen maatregelen achterwege blijven. Als dit niet lukt, dient een afweging te worden gemaakt of het nodig is actie te ondernemen. Het algemeen belang vraagt om een groene aankleding van de gemeente terwijl in het individuele belang bomen niet altijd worden gewaardeerd en zelfs conflicten oproepen. Veelal zijn de klachten periodiek en seizoensgebonden (beperkte lichttoetreding, belemmering van het uitzicht, vallend blad, bloesem, vruchten en luis). De afweging of ingrepen nodig zijn, is mede afhankelijk van het belang van de betreffende boom of bomen.
Algemeen kan worden gesteld dat inspraak door bewoners mogelijk is bij “overige bomen” en in mindere mate bij bomen in de boomstructuren. Onderstaande tabel geeft uitgangspunten voor de afhandeling van meldingen. Met “wel actie” wordt bedoeld dat de gemeente een afweging maakt van het persoonlijk belang ten opzichte van het algemeen belang. Als het belang van de melder groter is worden maatregelen uitgevoerd om de problemen op te lossen. Dit kan inhouden dat bomen gesnoeid of gekapt worden. Als sprake is van onveilige situaties worden altijd maatregelen uitgevoerd. Voor solitaire bomen in het buitengebied, waardevolle bomen en bomen in de structuren geldt dat maatregelen altijd gericht moeten zijn op het behoud van de bomen.
Voorkomende klachtenmelding | Bomenlijst waardevolle bomen | Bomen in boomstructuren | Overige bomen |
---|---|---|---|
vallende bladeren | gebruik bladkorven | gebruik bladkorven en vegen | geen actie |
vallende vruchten | geen actie | geen actie | vegen |
beperkte zonlichttoetreding | geen actie | beperkte actie | beperkte actie |
uitzicht belemmering | geen actie | kroon uitlichten, mogelijk licht opkronen | kroon uitlichten, mogelijk licht opkronen |
opdrukkende wortels | afhankelijk van lokale situatie | afhankelijk van lokale situatie | afhankelijk van lokale situatie |
vallende takken | opruimen en afvoeren | opruimen en afvoeren | opruimen en afvoeren |
takken over erfgrenzen | afhankelijk van lokale situatie (zie bijlage 3 richtlijn takvrije zones) | afhankelijk van lokale situatie (zie bijlage 3 richtlijn takvrije zones) | afhankelijk van lokale situatie (zie bijlage 3 richtlijn takvrije zones) |
honingdauw bij linden | geen actie | geen actie | plaatselijke inzet biologische bestrijding |
onschadelijke rupsen- en luizenplagen | geen actie | geen actie | geen actie |
schadelijke (volksgezondheid) rupsen en luizenplagen | bestrijding, afhankelijk van aard en omvang | bestrijding, afhankelijk van aard en omvang | bestrijding, afhankelijk van aard en omvang |
allergieklachten | geen actie | geen actie | geen actie |
Bomen zijn emotie en er bestaat vaak een intensieve relatie tussen burgers en bomen. De gemeente wil burgers betrekken en laten meedenken over concrete veranderingen aan het bomenbestand, zeker als dat hun directe woonomgeving raakt. Om verantwoord en consistent te kunnen werken, is het nodig hierin te sturen. Globaal kan worden gesteld dat hoe groter het belang van een boom is, hoe meer de beslissingsbevoegdheid bij de gemeente ligt.
Voor de totstandkoming van dit bomenbeleidsplan is er een digitale bijeenkomst geweest met vertegenwoordigers van de beheerteams in Veendam. Tijdens deze constructieve bijeenkomst is gevraagd naar hun ervaringen met en wensen voor de kapvergunning, onderhoud & overlast, en informatie & meedenken. Hieruit bleek dat:
Om duidelijkheid te geven over het bomenbeleid en waar beslissingen in de uitvoering op gebaseerd zijn is het van belang dat er gecommuniceerd wordt over het bomenbeleid. Burgers van de beheerteams geven aan behoefte te hebben aan een betere informatievoorziening.
De gemeentelijke website is hier een geschikt medium voor, waar burgers en organisaties bij voorkeur een algemeen overzicht moeten kunnen vinden van het bomenbeleid, met naar behoefte een verdieping. Een voorbeeld is hierbij de kapvergunning. Door uitleg te geven waarop deze gebaseerd is, en duidelijke informatie over wanneer een hoe aan te vragen, zorgt voor beter begrip bij de burger en leidt dit tot minder bezwaar.
De gemeente werkt al aan een betere informatievoorziening, de website is begin april 2021 vernieuwd. Na vaststelling van het bomenbeleidsplan en verdere uitwerking van de uitvoering, de bomenverordening, zal de website verder aangevuld worden.
Voor de uitvoering van dit beleid en met name de concrete invulling in het kader van boombeheer en projecten, geeft de gemeente nu veelal toelichting via social media. De vernieuwde website zal hier ook meer voor ingezet gaan worden.
Regelmatige meldingen van werkzaamheden in de plaatselijke krant en/of op de gemeentelijke website over zaken als kap- en onderhoudswerkzaamheden, beheermaatregelen tegen aantastingen en veiligheidscontroles, geeft mensen duidelijkheid over wat ze tegen kunnen komen en waar de gemeente op bomengebied mee bezig is. Extra of seizoengebonden werkzaamheden kunnen zo ook goed aangekondigd worden, denk hierbij aan plaatsing van bladkorven in de herfst of extra veegrondes. Ook de aanpak van de eikenprocessierups of het ophangen van nestkastjes zijn zaken die zo gecommuniceerd kunnen worden. Bewoners kunnen ook betrokken worden bij bepaalde uitvoeringswerkzaamheden.
Afhankelijk van het thema of de grootte van een ruimtelijke ingreep en de impact op de omgeving kunnen een of meerdere communicatie- en participatievormen gekozen worden.
Communicatie / voorlichting vindt vooral plaats via de gemeentelijke website. Verleende kapvergunningen voor bomen worden gepubliceerd op overheid.nl en zijn te vinden via https://www.overheid.nl/berichten-over-uw-buurt. Bewoners en organisaties kunnen zich op deze website ook inschrijven voor een e-mailservice. Hiermee kunnen besluiten en andere berichten die onder meer door gemeenten, provincies en waterschappen via Overheid.nl gepubliceerd worden automatisch ontvangen worden.
Ingrijpend onderhoud of informatie over projecten wordt gecommuniceerd met een bewonersbrief, een persbericht in lokale krant en op de gemeentelijke website. Bij ontwikkel- en herinrichtingsprojecten worden burgers betrokken in de vorm van overleg / bijeenkomsten. De wijk- en beheerteams hebben hier als vertegenwoordigers van de burgers een rol in.
Bij vragen die verder gaan dan de informatie op de gemeentelijke website is de gemeentelijk groenbeheerder het eerste aanspreekpunt voor vragen op het gebied van bomen. Hij/zij geeft toelichting op beleid en beheermaatregelen.
De Omgevingswet wil meer ruimte geven aan ideeën van initiatiefnemers en voor lokale afwegingen. Daarin wegen de belangen van betrokkenen nadrukkelijk mee. Die betrokkenen doen mee en laten van zich horen: participatie. De wet zegt alleen dat er participatie moet plaatsvinden, maar niet hoe dat moet. Dit geeft gemeenten ruimte om een werkwijze te ontwikkelen die past in de lokale context.
Zoals in paragraaf 1.4 benoemd is de gemeente Veendam op dit moment bezig om onder haar inwoners en andere stakeholders ideeën op te halen voor haar omgevingsvisie www.veendamvooruit.nl.
Hierbij gaat het om het horen en zorgvuldig afwegen van de belangen van de direct betrokkenen bij het initiatief. Na ingang van de Omgevingswet krijgt de initiatiefnemer bij het indienen van een vergunningaanvraag straks te maken met de aanvraagvereiste participatie. Hierbij geeft de initiatiefnemer aan of, en zo ja hoe, burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de aanvraag zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn. Dit kan bijvoorbeeld ook een rol gaan spelen bij het aanvragen van een kapvergunning die van invloed op de omgeving is.
Het advies is zo spoedig mogelijk (binnen 3 jaar) de achterstanden in te lopen en te streven naar gelijkblijvende jaarlijkse snoeikosten (dit zijn de kosten bij een bomenbestand waarin alle bomen een ‘aanvaard boombeeld’ hebben). In onderstaande tabel zijn deze kosten opgenomen.
Onderdeel | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|
Snoeien |
||||||
Individuele laan- en straatbomen | € 184.000,- | € 184.000,- | € 184.000,- | € 118.500,- | € 118.500,- | € 118.500,- |
Vormbomen | pm | pm | pm | pm | pm | pm |
Bomen in beplanting | pm | pm | pm | pm | pm | pm |
Controle (BVC en OHT) |
||||||
Individuele laan- en straatbomen | € 13.500,- | € 13.500,- | € 13.500,- | € 13.500,- | € 13.500,- | € 13.500,- |
Vormbomen | pm | pm | pm | pm | pm | pm |
Bomen in beplanting | pm | pm | pm | pm | pm | pm |
Ziekte- en plaagbestrijding |
||||||
Eikenprocessierups* | € 20.000,- | € 30.000,- | € 40.000,- | € 50.000,- | € 50.000,- | € 50.000,- |
Overig | pm | pm | pm | pm | pm | pm |
*Het beheersen / bestrijden van bijvoorbeeld de eikenprocessierups vergt een projectmatige aanpak en een bijbehorend budget om de komende jaren het beoogde effect te realiseren. De soort zorgt voor steeds meer overlast, landelijk gezien maar ook zeker in en om Veendam. Op dit moment wordt de eikenprocessierups geïnventariseerd en nesten geruimd om de eikenprocessierups te beheersen. De inschatting van de noodzakelijke budgetten voor de eikenprocessierups in de komende jaren is van veel factoren afhankelijk en daarom een inschatting.
De jaarlijks kosten na 2026 zijn gelijk aan de jaarlijkse kosten van 2026. Bovenstaande kosten zijn gebaseerd op 20.000 bomen. Als het aantal bomen meer (of eventueel zelfs minder) wordt dan dient het budget evenredig mee te stijgen (of dalen). De bedragen zijn exclusief voorbereiding, toezicht en BTW.
Voor het opstellen van de waardevolle bomenlijst wordt uitgegaan van een lijst van maximaal 1.000 particuliere bomen. De gemeentelijke bomen worden met een reguliere opname beoordeeld.
Hiervoor zijn geen extra opnamekosten noodzakelijk. Voor de eerste opname van de particuliere waardevolle bomen wordt uitgegaan van voorbereidings-, opname- en uitwerkingskosten. Totaal worden deze kosten geraamd op eenmalig € 12.500,-- tot € 17.500,--. Het bijhouden daarna kost eens per 6 jaar circa € 5,-- per boom (kosten zijn exclusief BTW).
Het advies is om slechte bomen te vervangen. Uit de verrichte steekproef blijkt dat circa 90% van de bomen een goede toekomstverwachting heeft. Niet alle bomen zijn dusdanig slecht dat ze gelijk vervangen hoeven te worden. Op dit moment wordt structureel uitgegaan van vervanging van gemiddeld 1 % per jaar. In onderstaande tabel zijn deze kosten opgenomen.
Onderdeel | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|
Individueel (vanuit beheer) |
||||||
Aanplant, inclusief plantplaatsverbetering in open grond, bijkomende werkzaamheden, nazorg en garantie (2 jaar) | € 200.000,- | € 200.000,- | € 200.000,- | € 200.000,- | € 200.000,- | € 200.000,- |
Aanvullen/maken boomstructuren (vanuit bomenvisie) |
||||||
Aanplant, bijkomende werkzaamheden, nazorg en garantie (2 jaar) | pm | pm | pm | pm | pm | pm |
Plantplaatsverbetering | pm | pm | pm | pm | pm | pm |
De jaarlijks kosten na 2026 zijn gelijk aan de jaarlijkse kosten van 2026. Bovenstaande vervangingskosten (vanuit beheer) zijn gebaseerd op jaarlijkse aanplant van 200 bomen. Bovenstaande kosten zijn exclusief voorbereiding, toezicht en BTW.
Als voor de kap van bomen en/of houtopstanden een kapvergunning nodig is dan bedragen de kosten € 150,45 (voor 25 bomen of minder) of € 449,15 (voor meer dan 25 bomen). Deze bedragen zijn gebaseerd op het prijspeil van 2021.
Klik op de kaart voor een vergroting
Klik op de kaart voor een vergroting
Klik op de kaart voor een vergroting
Klik op de kaart voor een vergroting
Klik op de kaart voor een vergroting
Klik op de kaart voor een vergroting
Overleg altijd met de boombeheerder/vakkundig boomverzorger, indien er knelpunten zijn bij het uitvoeren van deze tien geboden!
Soort/categorie | Afstand (in meters) | Vanaf |
---|---|---|
1. Wegen |
||
Boven autowegen / gebiedsontsluitingswegen | 4,6 | vanaf maaiveld |
Boven overige wegen | 4,2 | vanaf maaiveld |
Fietspaden | 3,5 | vanaf maaiveld |
Voetpaden | 2,5 | vanaf maaiveld |
Kunstwerken wegen | 2,0 | vanaf object |
Naast wegen (binnen rijprofiel) | 1,0 | naast object |
Boven landbouwgronden | 4,2 | vanaf maaiveld |
2. Bebouwing (architectuur/visie architect afhankelijk van situatie) |
||
Naast bebouwing/gevels | 1,5 | vanaf object |
Boven bebouwing (incl. dakkapellen, goten, etc.) | 1,5 | vanaf object |
Boven (particuliere) tuinen | 3,5 | vanaf maaiveld |
3. Spoorwegen |
||
Spoorwegen/tram/trolleybus | 6,0 | naast object |
4. Vaarwegen |
||
Boven vaarwegen (kanalen) | 4,6 | vanaf maaiveld |
Boven overige vaarwegen | 4,2 | vanaf maaiveld |
Boven waterschapssloten | 4,0 | vanaf maaiveld |
Kunstwerken vaarwegen | 2,0 | vanaf object |
Schouwpaden | 3,5 | vanaf maaiveld |
Naast vaarwegen (binnen vaarprofiel) | 1,0 | naast object |
5. Verkeersmeubilair |
||
Verkeersregelinstallaties | 1,0 | vanaf object |
Verkeersborden en bewegwijzering | 1,0 | vanaf object |
Verlichting | 1,0 | vanaf object |
Openbaarvervoer halte | 1,0 | vanaf object |
Hekwerken | 1,0 | vanaf object |
Overig verkeersmeubilair | 1,0 | vanaf object |
6. Bovengrondse infrastructuur |
||
Hoogspanningsleidingen | 25,0 | naast object |
Telefoonmasten/zendmasten | 5,0 | naast object |
7. Openbare ruimte |
||
Speelvoorziening | 1,0 | vanaf object |
Overig straatmeubilair | 1,0 | vanaf object |
Verlichting | 1,0 | vanaf object |
Hekwerken | 1,0 | vanaf object |
Overig (verkeers)meubilair | 1,0 | vanaf object |
De volgende, door de gemeente aangedragen documenten, met betrekking tot het groen en water zijn geïnventariseerd en geanalyseerd. Het betreft: