Rondleiding kerkhof Grote Kerk Veendam

In 1647 pacht Adriaan Geerts uit Groningen veengebieden ten zuiden van Muntendam van het kerspel Zuidbroek. De akte wordt op 16 juni van dat jaar ondertekend. Adriaan Geerts neemt de vervening van dit gebied, dat Boven Muntendam wordt genoemd, voortvarend ter hand. Reeds na 4 jaar (1651) gaat het gerucht dat in de Muntendammer venen al wel 300 gezinnen wonen. Een veengebied aan de zuidkant wordt 'de Wildervanck' genoemd. Adriaan voegt rond 1650 de naam van dat gebied aan zijn naam toe. Hij noemt zich dan Adriaan Geerts Wildervank. 

Gemeente zonder kerkgebouw

Die bevolkingstoename wordt op 25 augustus 1651 besproken op een regionale kerkvergadering van de Nederlandse Hervormde Kerk: de classis van Oldambt-Westerwolde. Men komt tot de conclusie, dat er een kerkelijke gemeente met een predikant moet komen voor hun geestelijk heil. In 1655 is alles rond: nadat ook de Staten van Stad en Lande akkoord zijn kan een vaste predikant worden beroepen. 

Een kandidaat is ds. Henricus Hermannius. Hij was predikant in Brazilië, maar is in 1654 met zijn gezin teruggekeerd naar zijn opdrachtgever in Groningen (de plaatselijke afdeling van de West-Indische Compagnie), omdat de Nederlandse kolonie aldaar over werd overgenomen door de Portugezen. 

Wildervanck en de andere veenontginners hebben belangstelling voor ds. Hermannius. Na proefpreken in de kerk van Zuidbroek en in een boerenschuur aan het Beneden Oosterdiep wordt hij op 10 november 1655 beroepen naar de Hervormde Gemeente van Veendam. Ja, Veendam, want op deze datum wordt ook besloten dat Boven Muntendam in het vervolg Veendam zal heten. 

Kerkdienst aan huis

De kerkelijke gemeente ontwikkelt zich voorspoedig. De kerkdiensten worden van 1656 - 1662 niet meer gehouden in een boerenschuur, maar in Sorghvliet, het huis van het echtpaar Wildervanck. 

Het is vooral Adriaan Geerts Wildervanck die aanstuurt op kerkbouw in Veendam én in Wildervank. Een subsidie van ƒ 4.000,- van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen maakt kerkbouw in Veendam mogelijk. De provincie bekostigt, weliswaar gedeeltelijk, het gebouw, maar tevens de predikantsplaats en krijgt hiermee het recht om in Veendam predikanten te beroepen en te benoemen (het collatierecht). Dat is ook de reden waarom het wapen van de provincie Groningen boven de toreningang is ingemetseld. De kerk in Wildervank wordt zonder subsidie gebouwd. Het is een privéproject van A.G. Wildervanck: zijn 'eigen' kerk, waarin hij later ook begraven wil worden. 

Kerkgebouw op strategische plek

Op een hoogte aan een laan tussen het Oosterdiep en het Westerdiep legt Adriaan Geerts Wildervanck op 24 augustus 1660 de eerste steen. Hij beleeft de voltooiing van de kerk niet meer. Hij sterft op 24 november 1661 in zijn huis Sorghvliet aan het Bocht Oosterdiep. Zijn stoffelijk overschot wordt in de kerk in Wildervank aan de aarde toevertrouwd. De bouw van de kerk in Veendam verloopt voorspoedig. Op 5 oktober 1662 wordt het godshuis ingewijd door Ds. Henricus Hermannius. 

Ds. Hermannius blijft predikant tot zijn overlijden

Tekening kerk: ongedateerd, toegeschreven op 1 mei 1678  aan Abraham de Haan (1707-1748).

De oude avondmaalstafel bij het stiltecentrum achter in de kerk en de hoge herenbank met kroonlijst tegen de noordmuur stammen nog uit deze begintijd van de kerk. 

tekening kerkgebouw Veendam Centrum

Kerk wordt groter

In 1767 wordt de kerk uitgebreid: aannemer M. Blink bouwt aan de zuidkant een even groot schip met eigen puntdak aan tegen het bestaande schip aan. Blink heeft zijn naam gebeiteld in de trekbalk voor het orgel. Rechts van de toren is een portaaltje: een extra ingang, maar het is misschien ook ooit cachot geweest voor criminele Veendammers.

Toren ommanteld

De oude toren wordt in de 19e eeuw ommanteld en verhoogd. Zo ontstaat de huidige veel hogere toren. Er zijn nog sporen van de oude torenconstructie terug te vinden, o.a. delen van de smalle wenteltrap en een plek op de eerste torenverdieping waar wellicht ooit een houtkacheltje heeft gestaan om wachtlopers warm te houden.

Carillon

In 1958 wordt de toren verbouwd: er komt een open, betonnen constructie, want er wordt een carillon  geplaatst. Drie klokken van het carillon worden gebruikt om te luiden. In 2008 wordt het oude carillon vervangen: er komen 49 nieuwe klokken en de beiaardierskamer verhuist naar de derde torenverdieping.

Orgel

In 1824 bouwt Johan Wilhelm Timpe een groot orgel in de kerk. Rond 1925 verkeert het in een dermate slechte staat, dat de nieuw aangestelde en uit Berlijn afkomstige organist, dr. Fried Schmidt-Marlissa (graf 13 in de rondleiding), voorstelt een nieuw orgel achter het front van Timpe te bouwen. Dat gebeurt. De firma Faber en Dienes uit Salzhemmendorf (D) maakt het orgelfront breder en bouwt achter het orgelfront op aanwijzing van Schmidt-Marlissa een Duits modern orgel. Fried Schmidt-Marlissa is buitengewoon goed op de hoogte van de orgelbouwliteratuur en de inzichten van organisten en orgelexperts als Max Reger, Karl Straube, Otto Dienel en met name Albert Schweitzer (musicus, theoloog, arts-zendeling te Lambarene). Hun invloeden zijn duidelijk terug te vinden in het in 1928 opgeleverde orgel.

In 1987 verkeert het Faber en Dienesorgel in slechte staat. Tegen landelijke adviezen in wordt het niet afgebroken. In 1993 wordt het gerestaureerd door de fa. S. de Wit uit Nieuw Vennep. Veel speelhulpen en een aantal registers worden verwijderd. Het orgel wordt elektro-pneumatisch gemaakt. Het Duits moderne karakter blijft deels behouden. 

In 2017 verkeert het orgel opnieuw in slechte staat: een restauratie is noodzakelijk. Hans Fidom, hoogleraar orgelkunde aan de V.U. Amsterdam, schrijft in een rapport over de cultuur-historische waarde van dit orgel en beargumenteert dat bij een restauratie het jaar 1928 het uitgangspunt moet zijn. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed erkent de waarde van dit orgel: er zijn in Nederland namelijk nog maar weinig Duits moderne orgels overgebleven en de link naar Albert Schweitzer is uniek. Er wordt door adviseur dr. Natascha Reich een uitgebreid restauratierapport geschreven. Subsidies worden aangevraagd en verkregen. In 2021 start de restauratie, die wordt uitgevoerd door Adema's Kerkorgelbouw te Hillegom. De opdracht: zoveel mogelijk terug naar 1928. Maar de aansturing (het gedeelte tussen speeltafel en windlades), wordt gedigitaliseerd. De restauratie is december 2024 afgerond.

September 2024 - Uitgave: dr. Willi Vahrenhorst, Ed Panman. 

Rondleiding over het kerkhof bij de Grote Kerk te Veendam  

Onze rondleiding heeft vooral betrekking op het oude gedeelte van dit kerkhof. De oudste graven, vanaf 1662 tot ongeveer 1720, zijn in de meeste gevallen bovengronds geruimd. Daarom richten wij ons bij de rondleiding op graven uit de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw. Juist in deze periode komen nogal wat ‘luxe’ grafstenen voor, met name graven van zeevaarders en hun families. Dit laatste komt vooral door het feit, dat de Veenkoloniën in de negentiende eeuw het grootste aantal geregistreerde binnenvaart- en kustvaartschepen van Nederland hadden. Rond 1860 waren in Veendam meer dan 200 kapiteins ingeschreven. Ter vergelijking: in Rotterdam in die tijd 195! De oorzaak hiervan was de turfafgraving en later het daarmee verbonden goederenvervoer en het vervoer van agrarische producten. 

Er was sprake van een intensieve binnen- en kustvaart  (Oostzee), onder andere met als gevolg, dat het Londense Verzekeringsbedrijf Lloyds haar eerste kantoor op het continent in Veendam vestigde.                                                                                                                 

Daarnaast treffen wij een aanzienlijk aantal graven aan die verband houden met de industriële rijkdom van Veendam in de negentiende eeuw, de 'Gouden eeuw' van de Veenkoloniën. Namen van industriëlen zoals Duintjer, Scholtens, Meihuizen, Van Linge, Ten Horn, en Wilkens komen veelvuldig voor. Meestal gaat het hier om uitgebreide familiegraven. 

Plattegrond van het kerkhof bij de Grote Kerk te Veendam met de te volgen route.

Plattegrond van het kerkhof bij de Grote Kerk te Veendam met de te volgen route.

1 Jantje A. Hazewinkel en Berend J. Jonker 

Van de zeevaardersgraven is de Hazewinkel-groep met aanverwante familie het meest kenmerkend. Zo is de grafsteen van een schippersvrouw, Jantje A. Hazewinkel, echtgenote van kapitein Berend J. Jonker, bezienswaardig. Zij begeleidde haar man op een reis naar Indië. Jantje overleed in 1856, 33 jaar oud, aan boord. Maar haar man wilde haar niet in de golven van de Indische Oceaan achterlaten. Hij conserveerde het stoffelijk overschot van zijn vrouw in een vat vol alcohol. Na enkele maanden arriveerde het schip in Nederland, waar zij op het kerkhof van de Hervormde Gemeente begraven werd. Op haar grafsteen (op de foto links) staat een prachtige driemaster in volle glorie en de volgende mooie spreuk van haar man, Berend J. Jonker:

Hier rust, o wandelaar, mijn teer beminde vrouw.

Zij, die mij heeft verzeld, met liefde, deugd en trouw.

Op het zeemans moeilijk pad der woeste zoute baren:

Daar is haar ziel verhuisd en van mij heen gevaren 

Haar lijk bragt ik naar hier, naar dezen dodenakker

God, hoop ik, maakt mij eens aan hare zijde wakker. 

Graf Jantje A. Hazewinkel en Berend J. Jonker 

Ongeveer vijftien jaar na de dood van zijn vrouw leed kapitein Berend J. Jonker schipbreuk en verdronk hij vermoedelijk tussen 22 en 24 oktober 1871. Daardoor kon zijn wens niet worden vervuld om naast zijn vrouw te worden begraven. Toen echter zijn zus, Harmina J. Jonker, in 1885 overleed, werd zij naast Jantje A. Hazewinkel begraven, waarbij op haar grafsteen ook kapitein Berend J. Jonker werd herdacht. Op de foto ziet men op de grafsteen rechts, de afbeelding van een enigszins gehavend schip in volle storm en daaronder zijn naam met de volgende tekst: Het mogt hem niet gelukken aan zijn Ega´s zijde te rusten.

2 Pieter Hendriks Hazewinkel (1804-1882) 

Het volgende noemenswaardige graf is dat van Pieter Hendriks Hazewinkel. 

Hij werd in 1804 in Veendam geboren en was scheepsgezagvoerder. In 1852 begon hij als kapitein op het fregatschip* Bernard Hertog van Saksen Weimar aan een reis om de wereld, die anderhalf jaar zou duren. De grafsteen wordt bekroond door een wereldbol met daarop de route van de reis om de wereld. Zo kan men zien dat de route via Kaap Hoorn /Zuid-Amerika naar San Francisco ging, waar hij na bijna een jaar arriveerde. Daarna ging het dan via India en de Kaap de Goede Hoop (Zuid-Afrika) weer terug naar Nederland, waar hij in 1854 arriveerde. 

*Om misverstanden te voorkomen: Een hedendaags fregat is een oorlogsschip met een lengte tussen 100 en 150 meter en een bemanning van ongeveer 150-300 mensen. De taken van een fregat liggen in de huidige tijd in het bestrijden van onderzeeboten en het beschermen van konvooien op het water. 

In de zeiltijd (negentiende eeuw) was een fregatschip een driemaster, een snelle zeiler, in oorlogstijd gebruikt voor verkenningen, in vredestijd  voor surveillance en beveiliging van koopvaarders tegen piraten. Dit laatste zal ook wel de doelstelling van de reis van P.H. Hazewinkel rond de wereld zijn geweest. 

graf Pieter Hendriks Hazewinkel (1804-1882) 

Naast Pieter Hendriks Hazewinkel is zijn vrouw begraven: Jantje J. Folkersma (1807–1865).

Op de achterzijde van haar grafsteen staat (onduidelijk) de volgende tekst:

Hendrik F. Hazewinkel, overleden 1837 en de overblijfselen van de 5 jongste kinderen van P.H. Hazewinkel en Jantje J. Folkersma. 

Jonge kinderen werden meestal niet apart begraven, maar bij de moeder of bij een ander familielid bijgezet. Meestal staan dan op de achterkant van de grafsteen van de moeder / grootmoeder of een ander familielid inscripties van de betreffende kinderen, zoals in dit geval.   

3 Graven familie Wilkens

De familie Wilkens heeft in Veendam een belangrijke rol gespeeld. Ze waren actief in de industrie, scheepsbouw en houthandel.  

Graven familie Wilkens

Hier noemen we het graf van Frans Jansz. Wilkens (1765-1852, geheel rechts). Hij werd geboren te Veendam op 10 november 1765 en huwde Hillechiena Hulsing (1768 – 1843, tweede van rechts). Hij richtte een houthandel op aan het Oosterdiep en participeerde in een houtzaagmolen aan het Beneden Dwarsdiep. Frans wist in Veendam bekendheid te verwerven door tijdens de Franse overheersing (1795-1810) Napoleons Continentale Stelsel (verbod van alle handel tussen het Europese continent en Groot-Brittannië) te ontduiken. In deze periode maakte hij namelijk in het geheim afspraken met Britse scheepskapiteins: op volle zee werden schaarse artikelen zoals koffie, suiker, cacao overgeladen op zijn schip en naar Nederland gesmokkeld. Het was een lucratieve bezigheid, die het bedrijf bepaald geen windeieren legde. 

De houthandel aan het Oosterdiep werd voortgezet door de beide zoons van Frans: Klaas (1792-1861) en Jan (1795-1858, graf links). Onder de naam 'K&J Wilkens' genoot het bedrijf tot ver in de 20e eeuw bekendheid in de regio.

Het graf van een andere bekende telg uit dit geslacht, Ubbo, wordt nader toegelicht onder punt 10.

4 Graftrommels 

Op het kerkhof zijn nog drie zogenaamde trommelgraven aanwezig. Een graftrommel is een met een al dan niet bolle glasplaat afgesloten trommel, meestal gevuld met beschilderde zinken bladeren en bloemen van steengoed. Graftrommels werden vooral tussen 1870 en 1940 geplaatst. Ooit waren er ongeveer 25.000 graftrommels op begraafplaatsen aanwezig. In veel gevallen is dit culturele erfgoed echter geruimd of vervallen. Graftrommels zijn namelijk bijzonder kwetsbaar en onderhoudsgevoelig. Anno 2024 zijn er in Nederland nog ongeveer 800 van over. 

Alle drie graftrommels op dit kerkhof zijn in 2014 gerestaureerd. De Stichting tot Behoud van Groninger Graftrommels en Evert Jan Halkus speelden hierbij een belangrijke rol.

Graftrommels

5 Isaac Sannes 1787-1856  

Door de Deventer IJzergieterij en Machinefabriek (opgericht in 1850) werd dit gietijzeren monument vervaardigd, bekroond met een olielamp, symbool voor het eeuwige licht en de waakzaamheid.

Graf Isaac Sannes 1787-1856Graf Isaac Sannes 1787-1856

De letters op het grafmonument waren oorspronkelijk met bladgoud bedekt, een bewijs van de status die deze predikant toen in Veendam had. Opvallend is de tekst op de zijkant: echtgenote  A.J. Geertruida de Wolff wordt ‘Mejufvrouw’ (ongetrouwde vrouw) genoemd, terwijl zij toch met Isaac Sannes getrouwd was en met hem tien kinderen had.

Korte levensloop van Isaac Sannes 1787-1856 :

  • Studie theologie in Franeker en Groningen
  • 1822 Hervormd predikant in Veendam
  • 1856 Grafrede onder andere door Anthony Winkler Prins. Dat is opvallend, omdat Winkler Prins een doopsgezind predikant was en Sannes een hervormd predikant. Reeds in die tijd bestond dus een vorm van tolerantie, respect en vriendschap tussen predikanten van verschillende geloofsrichtingen. 

6 Dubbel bewerkte grafstenen 

Bijzonder is dat de vier grafstenen op onderstaande foto´s ook aan de achterkant fraai zijn bewerkt.

Grafsteen geheel rechts met graftrommel.

Dubbel bewerkte grafstenenDubbel bewerkte grafstenen

7 Graven familie Duintjer 

Een belangrijke industriële familie, die ook in politiek opzicht veel voor Veendam heeft betekend. De familie was actief in aardappelmeel (D.W.M., de fabriek van Duintjer-Wilkens-Meihuizen), machinebouw en radiatoren (Duperfo, Dura). 

Hieronder de fraai gebeeldhouwde grafsteen van Engbert Jurjens Duintjer (1814-1864). 

Graf Engbert Jurjens Duintjer (1814-1864)

8 Lucas H. Puister 

Begin 1800 werd in Veendam een Gasthuis gesticht op plm. 100 m van de kerk. Het was bedoeld voor de opvang van oude, hulpbehoevende mensen. Mannen en vrouwen werden in aparte afdelingen  ondergebracht. De 'vader' (beheerder) van het Gasthuis had de mannenafdeling onder zich, de 'moeder' (echtgenote van de beheerder) leidde de vrouwenafdeling. Regelmatig vergaderde de Diaconie in het gasthuis. De diakenen hadden o.a. bepaald, dat de beheerder altijd getrouwd moest zijn, omdat anders de vrouwenafdeling niet of niet goed geleid kon worden. Dit reglement had voor één van de beheerders bijzondere gevolgen, die in elk geval tot nadenken aanleiding geven. Het gaat hierbij om Lucas H. Puister, 1825-1899. 

Meerdere graven

Op de foto ziet men de grafsteen van Lucas H. Puister (2e van links) tezamen met 5 andere grafstenen, die allen opeenvolgende echtgenotes van hem zijn geweest. In volgorde van het jaar van hun overlijden ontstaat het volgende lijstje:

  • Engeline PR Huizing, 35 jaar: 1855 (4e van links)   
  • Janke Maria Krak, 52 jaar: 1880 (geheel links)
  • Catharina Krak, 45 jaar: 1881 (geheel rechts)
  • Christine P. Wichmann, 53 jaar: 1882 (5e van links)  
  • Jantje Tent, 82 jaar: 1912 (3e van links) 

In de jaren 1880 t/m 1882 (dus in een tijdsbestek van slechts 3 jaar) overleden 3 van de totaal 5 echtgenotes van Lucas H. Puister. Men zou deze periode 'turbulent' kunnen noemen, maar 'tragisch' komt meer met de werkelijkheid overeen. De laatste echtgenote, Jantje Tent, overleed in 1912. Zij overleefde haar echtgenoot ca. 13 jaar. 

9 Anthony Winkler Prins 1817-1908 

Portret Anthony Winkler Prins

Korte levensloop van Anthony Winkler Prins: 

  • 1817 geboren te Voorst; 1847 huwelijk met Hendrika Rensina Klijnsma; 
  • 1850–1882 predikant Doopsgezinde Gemeente, Veendam;
  • 1870-1882 schrijver van de eerste  Nederlandsche Encyclopedie in zestien delen, waardoor hij in geheel Nederland grote bekendheid kreeg. Daarnaast heeft hij speciaal voor Veendam veel betekend. Hij was een van de drijvende krachten achter de realisering van een hogere burgerschool, een Latijnse school voor meisjes en een kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. 

Hij was medeoprichter van de vrijmetselaarsloge 'Het Noorderlicht' te Veendam en van de Groninger Tramway Maatschappij. En daarnaast ook nog dichter en schrijver.

In 1882 ging hij met emeritaat en vertrok, 65 jaar oud, naar Voorburg, Zuid-Holland. Daar overleed hij op 4 januari 1908, 90 jaar oud. Na zijn overlijden opende een dochter een briefje van hem. Daarin stond: 'Als ik mocht overlijden, dan mogen mijn vrouw en kinderen weten dat ik een lang en gelukkig leven heb gehad. Het bericht van mijn overlijden moet alleen geplaatst worden in de Nieuwe Veendammer Courant.' Winkler Prins wilde in Veendam begraven worden, maar een begrafenis van Voorburg naar Veendam was toen (1908) wegens ingewikkelde regelgeving nauwelijks mogelijk. Anthony Winkler Prins en later ook zijn vrouw Hendrika werden daarom begraven in Voorburg.

herbegraving Anthony Winkler Prins

Die graven raakten in de loop der jaren echter zwaar in verval. Dit was aanleiding voor het Veenkoloniaal Museum om te trachten een herbegraving in Veendam te realiseren. Dat lukte: op 9 september 2005 vond die historische en stijlvolle herbegraving onder grote publieke belangstelling plaats. Foto hierboven: met een traditionele zwarte uitvaartkoets, getrokken door twee zwarte paarden worden Anthony Winkler Prins en zijn vrouw Hendrika Rensina Klijnsma naar hun laatste rustplaats op het kerkhof bij de Grote Kerk gebracht. 

De gezamenlijke grafsteen van Winkler Prins en diens echtgenote. 

Links de gezamenlijke grafsteen van Winkler Prins en diens echtgenote. 

Geheel rechts ligt het graf van een van hun 9 kinderen: hun zoontje Vincent, die op 14 jarige leeftijd overleed. In het midden is de grafsteen van de moeder van Anthony Winkler Prins te zien: Johanna Prins, geboren Van Marle Winkler. Haar achternaam heeft hij later aan zijn achternaam toegevoegd. 

10 Graven van de familie Wilkens 

Met name de grafsteen van Ubbo Wilkens (1865–1921) is van betekenis. Ubbo Wilkens was de zoon van scheepsbouwer en aardappelmeelfabriek-stichter Frans Wilkens en Albertje Groenier (hun grafsteen bevindt zich ook op dit grafveld). 

Graf Ubbo Wilkens

Hij werd fabrikant en directeur van D.W.M. (de fabriek van Duintjer-Wilkens-Meihuizen) in Veendam. In de jaren 1907-1910 en 1920-1921 was hij burgemeester van Veendam en tussen 1910 en 1920 lid van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen. Ubbo Wilkens zette zich in om Veendam aangesloten te krijgen op het provinciale waterleidingnet. Tijdens zijn leven lukte dat niet - hij overleed onverwacht in 1921. Die aansluiting vond pas in 1927 plaats: in dat jaar konden de eerste huizen worden aangesloten. Wilkens had een legaat van ƒ 3.000,- nagelaten, dat gebruikt kon worden om een fontein op te richten als de Veendammers daadwerkelijk konden beschikken over schoon leidingwater. Dat was rond 1934. En daarom heeft Veendam in het centrum een prachtige fontein: de Ubbo Wilkens Fontein. 

de Ubbo Wilkens Fontein

11) Jan van Petegem (1842-1914)       

Jan van Petegem werd op 21 januari 1842 te Zaamslag (Zeeland) geboren. Hij werd bevoegd godsdienstonderwijzer en begon in 1880 als hulpprediker bij de Evangelisch Lutherse gemeente te Veendam-Wildervank.
Foto van het graf van Jan van Petegem en op het graf van Jan van Petegem staat ter gedachtenis van S.Mv.d.PEIJL, wed. DS.J.v.Petegem geb. 29 april 1948 overl. 17 oct. 1822

In 1884 begon hij een Vrije Evangelische Gemeente aan het Boven Westerdiep. Daar werden een kerk en een pastorie (villa Maria) gebouwd. Het echtpaar Jan en Maria van Petegem had negen kinderen, van wie vier zonen predikant werden. De ruime pastorie werd door het echtpaar opengesteld als opvangtehuis voor ongehuwde moeders en voor drankzuchtigen. Ds. Van Petegem heeft veel betekend voor de drankbestrijding in Veendam en omgeving.Tot zijn overlijden, op zondag 29 maart 1914, heeft Ds. Van Petegem de Vrije Evangelische Gemeente gediend. Daarnaast is de grafsteen van zijn vrouw bijzonder, omdat zij lijkt te zijn overleden vóór haar geboorte: geboren 1848, overleden 1822. 

 

12) Oorlogsgraven

Afbeelding19

Hier liggen de graven van 10 Britse bemanningsleden van 2 bommenwerpers van de Royal Airforce. Hun vliegtuigen stortten op 12 en op 15 juli 1941 neer in de buurt van Veendam. 

Van links naar rechts hieronder hun namen: 

  • Sergeant, Laurence Dominic Coogan, Air Gunner. 29 jaar, † 15 juli 1941.
  • Sergeant, William H. Everest, Wireless Operator/Air Gunner. 21 jaar † 15 juli 1941.
  • Sergeant, Jack Guest, British Empire Medal, Wireless Operator/Air Gunner. 24 jaar † 12 juli 1941.
  • Sergeant, Frederic Alfred Harmer, Pilot. 23 jaar † 15 juli 1941.
  • Sergeant H. Jackson (Israël Jakobovitch), Wireless Operator/Air Gunner. 25 jaar † 12 juli 1941.
  • Sergeant, Kenneth John Lord, Pilot. 24 jaar † 12 juli 1941.
  • Pilot Officer, John Thomas Monks, Observer. 26 jaar † 15 juli 1941.
  • Sergeant, Russell John Reynolds, Wireless Operator/Air Gunner. 27 jaar † 15 juli 1941.
  • Pilot Officer, William George Rowse, Pilot. 21 jaar † 15 juli 1941.
  • Pilot Officer, Edward Douglas Vivian, (of South Africa), Pilot. 26 jaar † 12 juli 1941.

13) Dr. Fried Schmidt-Marlissa (1894-1946)

Hij was o.a. bariton, componist, docent, dirigent, organisator en organist. Zijn muzikale carrière begon in Berlijn. Maar hij koos uiteindelijk voor Veendam om daar zijn idealen vorm te geven. Dr. Fried Schmidt-Marlissa werd in 1925 organist van de Grote Kerk (Timpe-orgel, 1824) en de grote initiator en stimulator van de restauratie/nieuwbouw in 1927-1928 van 'zijn' kerkorgel: hij wilde in de Grote Kerk een kerk- én concertorgel. De fa. Faber en Dienes realiseerde dat. Tussen 1923 en 1939 speelde Fried Schmidt-Marlissa, samen met zijn vrouw Martha (alt en zangpedagoge), een belangrijke rol in het culturele leven in Noord-Nederland in het algemeen en in Veendam in het bijzonder. Zij stimuleerden het muziekleven, o.a. door allerlei concerten en leergangen te organiseren. Dat viel grotendeels stil toen de Tweede Wereldoorlog begon.

Het graf van Dr. Fried Schmidt-Marlissa

In 1945 werd Fried Schmidt-Marlissa ontslagen door de kerkvoogden. Waarschijnlijk enkel omdat hij de Duitse nationaliteit had en ondanks het feit dat hij wegens verzetsdaden door verraad (februari 1944) via kamp Vught tot aan het einde van de oorlog in concentratiekamp Sachsenhausen had gezeten. Dit besluit riep binnen en buiten de kerk veel verzet op. Een beroepsprocedure volgde, maar voordat die goed en wel ingezet werd stierf Schmidt-Marlissa op 28 mei 1946 aan hartfalen. Zijn (vele) vrienden zorgden er voor, dat hij in Veendam een eervolle  begrafenis kreeg, die zeer druk bezocht werd.

14) Spaanse griep

In de jaren 1918-1919 werd de wereld getroffen door de Spaanse griep. Het virus was in veel gevallen dodelijk en wereldwijd werden naar schatting 30 miljoen mensen slachtoffer. In Nederland stierven als gevolg van deze pandemie ca. 30.000 mensen. Telt men ook de mensen mee die verzwakt raakten door de Spaanse griep en door een onderliggende ziekte (bijvoorbeeld longontsteking) kwamen te overlijden, dan stierven ca. 60.000 mensen. Ook Veendam moest vele slachtoffers betreuren. Het aantal was zo groot, dat men zich genoodzaakt zag, het kerkhof uit te breiden: sectie C in de plattegrond hieronder. Zelfs de klokken luidden niet meer, wanneer iemand aan de griep was overleden en op het kerkhof werd begraven. 

Grafsteen van familie Burema-van der Borgh waarbij te zien is dan Dientje, Jacoba en Anja Geerdina op dezelfde dag (24 oktober 1918) zijn overleden en Douwina op 31 oktober 1918.

Een schrijnend voorbeeld van deze beruchte ziekte is op de grafsteen van de familie Burema-van der Borgh aan te treffen. 4 kinderen van dit echtpaar stierven binnen enkele dagen, 3 zelfs op dezelfde dag. Op 24 oktober 1918 stierven: Dientje 6 jaar, Jacoba 3 jaar en Anja Geerdina 1 jaar. Het 4e slachtoffertje, Douwiena, werd 8 jaar en overleed een week later, op 31 oktober 1918.  

Plattegrond van het kerkhof

Plattegrond kerkhof Veendam centrum met Sectie A,B,C en D te zien. Hieronder is de toelichting.

Sectie A is het oudste gedeelte. Het is na de inwijding van de kerk (in 1662) in gebruik genomen en nam tot ver in de 19e eeuw ook een deel van het Julianapark en van het Kerkplein in beslag.

Sectie B is omstreeks 1890 aangelegd.

Sectie C en D zijn omstreeks 1919 aangelegd. Er is gekozen voor een parkachtige indeling.

Overige gedenkwaardige graven 

De onderstaande namen zijn van bekende Veendammers, van wie de graven op de plattegrond bij de ingang van het kerkhof wel worden genoemd, maar die niet in deze rondleiding zijn opgenomen.

Frits de Wijs (1836-1881)

Steenhouwer Frits de Wijs. Zijn grafsteen staat direct bij de ingang van het kerkhof. Hij vervaardigde  talloze zeer fraaie grafmonumenten. Het bedrijf was tot begin 21e eeuw gevestigd in Wildervank.

Carl Friedrich ten Horn (1768-1855)   

Rooms-katholiek schipper en toch hier begraven, omdat Veendam in het midden van de negentiende eeuw nog geen Rooms-Katholiek kerkhof had. Herinnering aan scheepvaart: anker op grafsteen

Deddo Harms Bosscher (1808-1885)

Burgemeester van Veendam van 1848-1880. Hij werd wel de boeren-burgemeester genoemd, vanwege zijn beroep. Onder zijn leiding werd het nieuwe raadhuis gebouwd in een Hollandse neorenaissancestijl. 

Ds. R. Cremer (1871-1943)

Ds. Roelof Cremer heeft 41 jaar met volle overgave de Hervormde Gemeente gediend. Hij was een geliefd predikant. Na zijn emeritaat op 1 november 1936 verliet hij de oude pastorie aan het Beneden Westerdiep-hoek Verlengde Van Beresteijnstraat. Z'n vrouw en hij gingen wonen in een nieuw huis, dat gebouwd was in de achtertuin van de oude pastorie (gelegen op de hoek Verlengde van Beresteijnstraat-Ds. Petersenstraat).

Dr. Bronger Brongers (1862-1943)

Dr. Brongers werd geboren in Wildervank. Hij studeerde geneeskunde in Groningen, werd na zijn studie huisarts te Veendam en kreeg een aanstelling als gemeente-arts, o.a. belast met de armenpraktijk. Hij beijverde zich zeer voor een optimale gemeentelijke gezondheidszorg. Mee door zijn inzet kwam er een afdeling van het Groene Kruis. Zijn echtgenote was Fenna Jacoba van Linge, industriële familie (kartonnagefabriek) 

Henrik J. Top (1849-1909)  

Hendrik Top werd geboren te Veendam. Hij bleef zijn leven lang vrijgezel. Top werkte als onderwijzer in de naast de kerk gelegen lagere school. De ideeën van Eduard Douwes Dekker (Multatuli) hadden grote invloed op hem. Omstreeks 1878 werd hij naast onderwijzer ook redacteur van de Veendammer Courant. Hij publiceerde een boeiende serie artikelen over de geschiedenis van de Veenkoloniën. Top was actief lid van de SDAP, voorloper van de PvdA. Op de ochtend van 27 mei 1909 keerde Hendrik J. Top niet terug van een wandeling: hij had zich verdronken in een wijk aan de Lange Leegte, zijn kleren lagen keurig opgevouwen op de kant.

Dr. Thomas Tjabbes (1866-1949)

Dr. Tjabbes was (gemeente-)arts in Veendam en lid van de gemeenteraad. Hij zette zich samen met dr. Bronger Brongers in voor een goede gezondheidszorg in Veendam.

Tweede Wereldoorlog

Dan zijn er de graven van de verzetsstrijders, die in en rond Veendam hun moedige strijd tegen de bezetter met de dood moesten bekopen. We noemen hier:

  • Jakob Bruggema (1909-1944)
  • Anton Gerrit Swart (1903-1944)
  • Jochem Kazemier (1913-1945)
  • Jurjen Geert Pinkster (1913-1945)
  • Pieter Sneeuw (1895-1944
  • Eduard Eugen Stolper (1888-1944)
  • Gerrit Jan Koetse (1906-1945)
  • Jan Everhardus Pot (1920-1945)